Onderminister Hassankhan pleit voor debat over verkiezingsvrijstelling ambtenaren

De vrijstellingsregeling voor ambtenaren die zich kandidaat stellen bij verkiezingen behoeft dringend herziening, stelt onderminister Maurits Hassankhan van Binnenlandse Zaken (Biza). Volgens de bewindsman is het noodzakelijk om een brede maatschappelijke en politieke discussie op gang te brengen over de wijze waarop deze regeling in de toekomst moet worden vormgegeven.
In het televisieprogramma Tak’ kon mit’ mi via GOV TV uitte Hassankhan zijn zorgen over het groeiend aantal ambtenaren dat op basis van deze regeling voor drie maanden wordt vrijgesteld van dienst. Volgens informatie gaat het om ruim 9000 ambtenaren die zich verkiesbaar stellen voor De Nationale Assemblee (DNA) of de ressortraad.
“Het betreft een vrij grote groep over een aanzienlijke periode. Dat brengt de continuïteit van de overheidsdienstverlening in gevaar,” zegt de onderminister. Hij wees met name op de mogelijke gevolgen voor het onderwijs. “Wat als duizenden leerkrachten bij de komende verkiezingen interesse tonen om de politiek in te gaan?” vraagt Hassankhan zich af.
Hoewel hij erkent dat het ieders recht is om zich verkiesbaar te stellen, benadrukt hij dat het land gebaat is bij continuïteit van cruciale diensten. “Ik kan niemand tegenhouden, maar ik kan wel een beroep doen op het nationaal belang,” voegde hij eraan toe.
Volgens Hassankhan is het belangrijk dat na de verkiezingen alle politieke partijen samenkomen om over deze kwestie te praten. De huidige regeling, die ook geldt voor kandidaten op het niveau van de ressortraad, moet volgens hem worden geëvalueerd. “Moet de regeling gelden voor alle kandidaat-ambtenaren of alleen voor DNA-kandidaten? Die vraag moeten we gezamenlijk beantwoorden,” aldus de bewindsman.
De onderminister concludeert dat de huidige situatie niet gezond is en roept op tot een doordachte, eerlijke en uitvoerbare oplossing die recht doet aan zowel het democratisch recht van de burger als de noodzaak van een goed functionerende overheid.