OM waarschuwt: uitvoer van meer dan US$ 10.000 blijft strafbaar feit

Het Openbaar Ministerie (OM) meldt dat nog altijd reizigers worden betrapt met grote hoeveelheden contante valuta bij het in- of uitreizen van Suriname. In strijd met de deviezenwetgeving proberen personen bedragen van US$ 10.000 of meer, of het equivalent daarvan in andere buitenlandse valuta, fysiek het land in of uit te voeren. Dit is nadrukkelijk verboden op basis van Algemene Beschikking no. 225 (AB no. 225), die voortvloeit uit de Deviezenregeling.
Fysiek uitvoeren van valuta boven US$ 10.000 strafbaarVolgens de Algemene Beschikking no. 225 is het per persoon verboden om meer dan US$ 10.000 – of de tegenwaarde daarvan in andere converteerbare valuta – contant mee te nemen bij grensoverschrijding. Deze overtreding geldt als een economisch delict en kan leiden tot inverzekeringstelling. Het OM benadrukt dat deze regel geldt bij zowel vertrek uit als binnenkomst in Suriname.
Afdoening buiten proces: afstand van het geldbedragBij constatering van een overtreding krijgt de verdachte de mogelijkheid om, op grond van artikel 27 van de Wet Economische Delicten, een voorstel tot buitengerechtelijke afdoening te doen. In de meeste gevallen stelt het OM als voorwaarde dat het overschrijdende bedrag – dus het deel boven de US$ 10.000 – wordt afgestaan aan de staat.
Indien de verdachte hiermee instemt, wordt de zaak buiten proces afgehandeld en als definitief gesloten beschouwd. Weigert de betrokkene akkoord te gaan, dan wordt het dossier doorgeleid naar de kantonrechter voor verdere strafrechtelijke afhandeling.
Geen excuus voor onwetendheidHet OM krijgt regelmatig het verweer dat betrokkenen niet op de hoogte zouden zijn van de regels. Het benadrukt echter dat elke reiziger zélf verantwoordelijk is voor het nagaan van de geldende wet- en regelgeving omtrent het vervoeren van valuta. “Onwetendheid over AB no. 225 is geen geldige reden,” aldus het OM. Net als andere landen heeft ook Suriname zijn eigen deviezenwetgeving die strikt wordt gehandhaafd.