OKB: “Bestanden CBB moeten dringend opgeschoond worden vóór volgende verkiezingen”

door

Het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) benadrukt dat het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB) dringend werk moet maken van het opschonen van zijn bevolkingsbestanden, met het oog op de verkiezingen van 2030. Dit verklaarde OKB-voorzitter Samseerali Sheikh Alibaks in gesprek met Suriname suriname.
Volgens Alibaks zijn er bij de verkiezingen van 2025 veel onregelmatigheden geconstateerd in de gegevensbestanden. Zo zouden personen die Suriname hebben verlaten zich niet officieel hebben uitgeschreven, terwijl anderen verhuisden zonder hun nieuwe adres door te geven.
Deze administratieve tekortkomingen zorgden ervoor dat oproepingskaarten burgers niet of niet op tijd bereikten, wat ertoe leidde dat sommigen niet zijn gaan stemmen. Ook bij de verkiezingen van 2020 kwamen soortgelijke problemen aan het licht.
De OKB-voorzitter benadrukt dat de overheid de politieke wil moet tonen om te investeren in een grondige zuivering van de bestanden. “Er is veel vervuiling in het systeem, en dat vergt aanzienlijke financiële middelen om te corrigeren,” aldus Alibaks.
Het OKB had eerder al voorgesteld dat burgers die hun oproepingskaart in 2020 niet hebben opgehaald, zich opnieuw zouden moeten registreren via het digitale systeem van de overheid. Daarnaast pleit de OKB-voorzitter voor een geïntegreerd systeem waarin grensposten migratiebewegingen direct rapporteren aan het CBB.
Ook het ministerie van Openbare Werken (OW) moet volgens het OKB nauwer betrokken worden bij het verkiezingsproces, met name bij het corrigeren en toekennen van straatnamen in nieuwe woonprojecten. Het ontbreken of foutief registreren van adressen leidde eveneens tot problemen bij registratie en stemming.
Alibaks stelt dat het ministerie van Binnenlandse Zaken (Biza) verantwoordelijk is voor een groot deel van de misstanden. Toch heeft het OKB, na een grondige toetsing, besloten de verkiezingsresultaten bindend te verklaren. Daarbij is vastgesteld dat de tekortkomingen geen invloed hadden op de uiteindelijke uitslag.
De grootste fouten deden zich voor op administratief en logistiek niveau. Er werden veel rekenfouten gemaakt bij de stemmentelling, en op verschillende locaties vonden meer hertellingen plaats dan bij eerdere verkiezingen. Het OKB hield toezicht op alle stembureaus en garandeert dat er geen manipulatie van cijfers heeft plaatsgevonden.
Volgens Alibaks zijn de fouten deels te wijten aan een gebrek aan rekencapaciteit bij het stembureaupersoneel, maar ook aan vermoeidheid – een probleem dat ook bij eerdere verkiezingen werd gesignaleerd. Hij roept Biza op tot een grondige evaluatie van het functioneren van dit personeel.
Een ander knelpunt was de te late beschikbaarstelling van financiële middelen. De overheid faalde herhaaldelijk in het tijdig vrijmaken van fondsen, wat de organisatie van de verkiezingen bemoeilijkte. Daarnaast trokken sommige aangestelde personen zich op het laatste moment terug, wat extra problemen veroorzaakte.
Alibaks onderstreept het belang van verdere digitalisering bij toekomstige verkiezingen. Volgens hem kan betere digitale dienstverlening veel logistieke problemen voorkomen en het proces dichter bij de burger brengen.