Officiële spellingvoorstellen Saamaka en Okanisi is historisch ontwikkeling

‘Granmans hebben de voorstellen ook ontvangen’

Het is voor Franklin Jabini als kind van het binnenland een eer dat vrijwel tegelijkertijd met de overhandiging van de spellingvoorstellen van het Saamaka en Okanisi aan minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC), de granmans de documenten hebben ontvangen. Jabini is voorzitter van zowel de spellingcommissie Saamaka als die voor Okanisi. Hij zegt dat de commissies hebben volbracht wat ze hebben beloofd aan de leiders van het traditioneel gezag.

“Alvorens we zijn begonnen in de commissies hebben we aan de granmans – van Saamaka Albert Aboikoni en van Okanisi Bono Velantie – toestemming gevraagd om dit te doen. Die is ons ook gegeven, waarbij Velantie ons uitdrukkelijk meegaf de taal niet te veranderen”, zegt Jabini. Aboikoni gaf de commissie zijn ervaring mee en benadrukte het belang van het kunnen lezen en schrijven van de eigen taal.

“Zeker in de twee taalgemeenschappen Saamaka en Okanisi, zien we dat kinderen vaak een achterstand hebben omdat ze uit hun moedertaal, gelijk in het Nederlands worden opgevangen op school”

De Nationale Taalraad Suriname (NTS) heeft begin mei officieel de spellingvoorstellen voor het Sranan, Sarnami, Okanisi en Saamaka aangeboden aan minister Ori. Aan de voorstellen hebben de NTS en vier gespecialiseerde spellingcommissies meer dan drieënhalf jaar gewerkt.

Het is de eerste keer dat er een officiële spelling van Saamaka en Okanisi gemaakt is, zegt Jabini. “Er werden al spellingen gebruikt, maar die waren niet officieel. Nu, met de ‘officiële’ spelling krijgt het aanleren en gebruiken van de taal een duw in de goede richting.” De spelling moet wel nog bekrachtigd worden door de president, op voordracht van de minister van OWC.

Jabini geeft toe dat het vaststellen van de spelling een huzarenstuk was. “Het is veel werk om een spelling vast te leggen. Klanken moeten geanalyseerd worden en er moet bepaald worden welke tekens daarvoor gebruikt moeten worden.  Verder moet rekening worden gehouden met wat er leeft binnen de gemeenschap. Hetzelfde geldt ook voor de cultuur en schrijftraditie. En als er al verschillende schrijfwijzen bestaan, maakt dat het proces nog ingewikkelder. We hebben in ieder geval geprobeerd rekening te houden met de gevoelens.”

Meertaligheid

Jabini is een passioneel pleitbezorger voor meertaligheid in het onderwijs. “Zeker in de twee taalgemeenschappen Saamaka en Okanisi, zien we dat kinderen vaak een achterstand hebben omdat ze uit hun moedertaal, gelijk in het Nederlands worden opgevangen op school. Dan moeten ze meerdere vaardigheden tegelijk leren. Ze moeten het Nederlands leren en direct ook leren lezen en rekenen in die taal. Dat eist zijn tol bij de kinderen in deze gemeenschappen. Ze hebben in veel gevallen nog nooit in het Nederlands gecommuniceerd”, zegt Jabini.

Hij vindt dat als kinderen hun hele jonge leven Saamaka of Okanisi hebben gehoord ze op school in die taal opgevangen moeten worden. Dan zouden ze de eerste jaren in die taal moeten leren lezen en schrijven om vervolgens Nederlands geleidelijk en als vreemde taal te leren. “We geven kinderen geen gelijke kansen als we hen niet opvangen in hun moedertaal. En wanneer de officiële spelling bekrachtigd is zal het makkelijker zijn om in deze moedertalen te leren lezen en schrijven.”

Taalwet en taalbeleid

Jabini, theoloog en bijbelwetenschapper, heeft tijdens zijn promotieonderzoek ook begrepen waarom hij met zijn Saamaka achtergrond beter het Hebreeuws kon begrijpen. “Saamaka is een beschrijvende taal: liobuka = Lio (rivier) Buka (mond) is letterlijk mond van de rivier. Hetzelfde geldt voor het Hebreeuws. In het Nederlands is het de ‘monding.’ Dat is een geheel ander manier om datzelfde ding uit te drukken. En er zijn meerdere voorbeelden. Dus dan kan het een uitdaging zijn voor iemand die opgroeit met Saamaka als moedertaal om het Nederlands te beheersen. Het gaat om twee verschillende talen, die dingen anders uitdrukken.”

Wanneer de spelling bekrachtigd wordt zal het zeker een verrijking zijn van het taallandschap van Suriname. “Omdat de taal dan ook in officiële documenten gebruikt kan worden. Dat maakt dat talen vaker gebruikt zullen worden, wat weer leidt tot behoud en ook verdere bestudering”, weet Jabini.

Hoewel hij praat van een stap in de goede richting is er volgens hem meer nodig. “We hebben de concepten ingeleverd bij minister Ori en zijn ons ervan bewust dat er een wisseling van de wacht komt. Wat ik persoonlijk hoop is dat er continuïteit van bestuur plaatsvindt en dat we kunnen werken aan taalwet en ook taalbeleid. Dan weten we hoe we verder moeten met de vele talen die Suriname rijk is. Want ze zijn allemaal waardevol,” zegt Jabini.

Hij vindt ook dat als leden met een bepaalde moedertaal toegelaten worden tot De Nationale Assemblee bijvoorbeeld, ze zich moeten kunnen uiten in hun eigen …