Notaris noemt ophef over onteigening boedelplantages misleidend en onjuist

door Wilfred Leeuwin

PARAMARIBO — “Ik ben eigenlijk geschrokken van de toon en de inhoud van een artikel, waarin wordt aangegeven dat op aangeven van mij en doctor Chequita Akkal-Ramautar per 1 mei geen sprake meer zal zijn van boedelgronden, omdat de overheid die zal onteigenen. Ik moet direct aangeven dat deze informatie misleidend en onjuist is”, reageert notaris Carlo Jadnanansing tegenover de Ware Tijd.

Hij verwijst naar een artikel van Stichting Trude en Wilfred Sandie-Cairo op sociale media en als gevolg daarvan berichten in de media. “Ik bespeur ergens ook een zekere mate van etniciteit, wat erg jammer is”, zegt hij.

Misvatting

Jadnanansing stelt voor alle duidelijkheid dat hij en Akkal inderdaad over dit onderwerp hun licht hebben laten schijnen. Maar in het artikel wordt de indruk gewekt alsof zij de regering hebben aangezet boedelgronden in Para te onteigenen. “Of de mensen hebben het niet begrepen of er is sprake van kwaad opzet. Het gaat wel degelijk om onteigenen – wat geen nieuwigheid is – en waarvoor reeds een Onteigeningswet bestaat. In het geval van de boedelplantage en gronden is het helemaal niet de bedoeling dat gronden en plantages van boedel erfgenamen worden onteigend.”

In het artikel van de stichting staat onder meer dat de onteigening van boedelplantages is opgenomen in het nieuwe Burgerlijk Wetboek, dat op 1 mei in werking treedt. De notaris wijst erop dat in de eerste plaats een wet geen terugwerkende kracht heeft. Daarnaast gaat het totaal niet om boedelplantages die worden beheerd door of eigendom zijn van personen die dat kunnen aantonen. Het kan in een rechtstaat ook nooit zo zijn dat verkregen eigendomsrechten niet worden gerespecteerd.

Jadnanansing stoort zich aan het gebruikte woord ‘onteigening’, waaraan een verkeerde interpretatie is gegeven in de tekst van het artikel van de stichting. Overigens, het verbaast hem dat juist die stichting dit onderwerp op een verkeerde manier vertaald naar de samenleving.

Rechter beslist

In het nieuwe Burgerlijk Wetboek staat hoe moet worden omgegaan met het boedelprobleem. “Het gaat om langdurig onverdeelde boedels, waarvan geen eigenaren bekend zijn en wat ook niet kan worden aangetoond”, legt de notaris uit.

Het woord ‘gebruikers’, waar in het artikel ook een verkeerde verklaring voor wordt gegeven, wordt door Jadnanansing uitgelegd als ‘mogelijke erfgenamen’ en inderdaad ‘personen die de terreinen in gebruik hebben zonder dat zij kunnen aantonen dat zij er recht op hebben’. “Maar ook deze mensen verliezen niet – zoals wordt aangegeven – hun rechten. Zelfs als zij niet de eigenaren zijn, kunnen zij middels een aanvraag in aanmerking komen voor de gronden. Onteigening zal alleen plaatsvinden bij langdurige boedel waarvan geen eigenaren bekend zijn.”

Jadnanansing zegt dat bij onteigening er ook spake is van een proces dat via de president loopt. Echter, in alle gevallen is het de rechter die beslist. Dan weer voorziet de wet erin dat in gevallen waar dat van toepassing is er zelfs compensatie of schadeloosstelling wordt uitgekeerd.

Geen reden tot paniek

Jadnanansing weet vooraf dat bij de boedels in Para betreft vrijwel geen sprake kan zijn van verlies van boedelgronden, tenzij inderdaad sprake is van langdurig onverdeelde boedels. “In Para zijn er een structuur en organisaties voor het beheer van boedels. Daar is sprake van de werkwijze van vereniging en dat zal zeker worden gerespecteerd. Er verandert niets in hun positie. Er is dus geen reden tot paniek.”

Jadnanansing zegt dat hij en Akkal inderdaad met redenen een onderbouwing hebben gegeven waarom langdurig onverdeelde boedels een stremming zijn voor de ontwikkeling. Echter, daar is niet gesproken over het ontnemen van verkregen rechten van boedeleigenaren. In het nieuwe Burgerlijk Wetboek wordt wel de mogelijkheid geboden die in een ontwikkelingsperspectief te plaatsen”, zegt Jadnanansing.

...