NMA onderzoekt luchtkwaliteit in Paramaribo-Noord na geruchten over kwikuitstoot

In Paramaribo-Noord heerst bezorgdheid over een mogelijk verhoogde concentratie van kwikemissie. De Nationale Milieu Autoriteit (NMA) heeft signalen ontvangen over een verdachte toename van kwik in de lucht, zo bevestigt directeur Vanuessa Gefferie tegenover Suriname suriname. Ze geeft aan dat het gaat om vermoedens die inmiddels serieus worden onderzocht.

ADVERTENTIE

“We zijn gestart met metingen in het veld. Er zijn geruchten over verhoogde kwikemissie en het is onze taak om vast te stellen of dat klopt, en zo ja, in welke mate,” aldus de NMA-directeur. De autoriteit vermoedt een verband met de aanwezigheid van meerdere goudopkoopbedrijven in het noordelijk stadsdeel.
“Bij het verwerken van goud, waarin vaak kwik zit, komt kwikdamp vrij. Als die uitstoot niet goed wordt afgevangen, belandt het in de lucht die wij allemaal inademen,” legt Gefferie uit.
Volgens haar zijn er inmiddels meer dan 35 goudopkoopbedrijven in Paramaribo-Noord geregistreerd. “We hebben ondernemers opgeroepen zich te melden, zoals verplicht is volgens artikel 27 van de Milieuraamwet. Vervolgens zijn we gestart met inspectierondes om onder meer te kijken naar hun afzuiginstallaties,” aldus Gefferie. Ze voegt daaraan toe dat sommige bedrijven voldoen aan de minimale normen, terwijl andere daar nog niet aan voldoen.
De NMA heeft een periode van drie maanden uitgetrokken voor het onderzoek en de monitoring van de luchtkwaliteit. “De zorgen zijn terecht, want kwik is schadelijk voor mens en milieu. Maar we gaan zorgvuldig te werk. Meten is weten,” zegt Gefferie.
Naast het meten van kwikemissie, richt de NMA zich ook op overleg met relevante instanties, zoals de Milieupolitie en het Ministerie van Openbare Werken, met het oog op beter afvalbeheer en milieubeleid. “Het probleem is veelzijdig. Afvalmanagement, vervuiling, regelgeving: het hangt allemaal samen. We willen dit structureel aanpakken,” aldus de NMA-directeur.
De NMA roept de gemeenschap op om ook zelf verantwoordelijkheid te nemen. “De overheid moet haar deel doen, maar burgers moeten zich ook bewust worden van hun gedrag. Milieubescherming begint bij onszelf,” besluit Gefferie.