Nieuwe generatie pelotonscommandanten versterkt leger

Elf onderofficieren zijn officieel toegetreden tot de leidinggevende rangen binnen het Nationaal Leger, na het succesvol afronden van de intensieve pelotonscommandantsopleiding van het Instituut voor Defensie Opleidingen (IDO). Tijdens een plechtige ceremonie vandaag in de multifunctionele zaal van het ministerie van Defensie ontvingen zij hun bevorderingen tot eerste of tweede luitenant.De opleiding, speciaal ontwikkeld voor onderofficieren met de rang van sergeant-majoor of sergeant der eerste klasse, richt zich op het versterken van leiderschap en het verdiepen van militaire expertise. Kandidaten moesten minimaal beschikken over een middelbareschooldiploma en ten minste vijf jaar ervaring als infanterist.Kapitein Steven Gefferie, waarnemend commandant van de Militaire Academie, benadrukte het belang van de opleiding: “Deze cursus bereidt militairen voor op grotere verantwoordelijkheden binnen de krijgsmacht.” Gedurende vier maanden doorliepen de deelnemers zowel theoretische als praktische modules. De lessen vonden plaats bij het IDO en op oefenterreinen zoals Bosbivak Zanderij en de Ayoko-kazerne. Onderwerpen als stafdienst, troepenaansturing, gevechtstechnieken, leiderschap en ethiek vormden de kern van het curriculum.Volgens Gefferie was het combineren van de opleiding met privéverplichtingen een van de grootste uitdagingen voor de deelnemers. Toch slaagden alle elf erin hun traject met succes af te ronden.Bevelhebber van het Nationaal Leger, Werner Kioe A Sen, benadrukte de noodzaak van verjonging binnen de organisatie. Het huidige HRM-beleid stimuleert natuurlijke doorstroom, waardoor ruimte ontstaat voor nieuw leiderschap. “Wanneer personeel doorgroeit naar hogere functies, ontstaat er behoefte aan nieuwkomers,” aldus Kioe A Sen.De kersverse pelotonscommandanten krijgen nu de leiding over een peloton van 30 tot 35 manschappen. Hun takenpakket omvat het trainen en begeleiden van hun eenheid, het vertalen van opdrachten van hogerhand naar praktische instructies, en het aansturen van operaties in het veld. De bevelhebber onderstreepte het belang van deze rol: “De opleiding scherpt ervaren onderofficieren aan om op een hoger niveau te presteren. Dit versterkt niet alleen de militaire organisatie, maar vergroot ook de dienstbaarheid aan de samenleving.”Met de afronding van deze opleiding investeert het leger gericht in de toekomst van zijn leiderschap – een stap die volgens Defensie noodzakelijk is om de paraatheid, professionaliteit en continuïteit van de organisatie te waarborgen.