Niet te koop

SERIEUS!? / Ivan Cairo

“Het Vaillantsplein heeft middels een publiek-private partnerschap (PPP) tussen het ministerie van Openbare Werken (OW) en Yogh Hospitality een volledige transformatie ondergaan. De fontein ter plekke is met hulp van buitenlandse deskundigen duurzaam hersteld. Het draagt voortaan de naam Yogh Fontein en het onderhoud zal geschieden met de steun van Yogh Hospitality.” Zo begon een persbericht van de Communicatiedienst Suriname donderdag aan de media.ADVERTISEMENT

Ik heb deze regels echt een paar keren gelezen om me ervan te overtuigen dat wat ik had gelezen er echt stond. Veel in Suriname verbaast mij niet meer, maar hier kan ik met mijn verstand even niet bij. Wat zou een burger, onderneming of organisatie moeten bezielen om een nationaal monument eventjes om te dopen en de naam van een particulier te geven?

“Het Statenmonument is meer dan een stenen constructie met een fontein; het is een symbool van onze natie. Laat het als zodanig gerespecteerd en behouden worden”

En dat de overheid – met name de ministers van Openbare Werken en van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur – daaraan meewerkt? Een jongere broer van me heeft voor dit soort acties en handelingen een gevleugelde uitspraak: waren deze mensen ‘door de ratten besnuffeld of gebeten?’ Had of heeft echt niemand door dat dit niet kan?

De aankondiging van het ministerie van Openbare Werken over een PPP met Yogh Hospitality, waarbij het hotel de omgeving van het Statenmonument heeft opgeknapt en de komende jaren het onderhoud van dit monument en de bijbehorende fontein op zich neemt, zou op het eerste gezicht positief kunnen lijken. Immers, het behoud van ons nationaal erfgoed is een gedeelde verantwoordelijkheid. Echter, de daaraan gekoppelde en ronduit frappante naamsverandering van het Statenmonument naar ‘Yogh Fontein’ is een onaanvaardbare toe-eigening van een symbool van nationale betekenis en verdient krachtige kritiek.

Het Statenmonument, onthuld in 1966 op het Vaillantsplein, is geen willekeurig object dat naar believen kan worden hernoemd. Het is een tastbare herinnering aan een cruciale mijlpaal in de Surinaamse geschiedenis: de honderdste verjaardag van de eerste vergadering van de Koloniale Staten, de voorloper van ons huidige parlement.

De vijf vaandeldragers, gecreëerd door de gerenommeerde kunstenaar Stuart Robles de Medina, symboliseren de saamhorigheid en fundamentele rechten en vrijheden van het volk. Dit monument is doordrenkt van historische en symbolische waarde; het is een ankerpunt in ons collectieve geheugen.

De bereidheid van Yogh Hotel om financieel bij te dragen aan het onderhoud is welkom. Dergelijke partnerschappen kunnen een cruciale rol spelen in het ontlasten van de staatsbegroting en het waarborgen van het behoud van ons erfgoed. Echter, deze nobele intentie mag nooit ten koste gaan van de intrinsieke waarde en de symbolische betekenis van het monument zelf.

De hernoeming naar ‘Yogh Fontein’ is niets minder dan een poging tot commerciële toe-eigening van nationaal erfgoed. Het suggereert een eigendomsrecht dat Yogh Hotel geenszins toekomt. Een nationaal monument is geen marketinginstrument voor een commerciële onderneming. Het vertegenwoordigt de natie als geheel, haar geschiedenis, haar strijd en haar aspiraties. Door de naam van een hotel aan dit symbool te koppelen, wordt de nationale betekenis ervan op ongepaste wijze vermengd met commerciële belangen. Dit is een gevaarlijk precedent.

Waar ligt de grens als commerciële belangen de namen van onze nationale symbolen kunnen bepalen in ruil voor onderhoud? Het opent de deur naar een potentiële uitverkoop van ons erfgoed, waarbij de hoogste bieder de kans krijgt om een stukje Surinaamse identiteit te claimen. Het is een vorm van historisch revisionisme, waarbij de oorspronkelijke betekenis en intentie van het monument dreigen te vervagen onder de marketingstrategie van een private onderneming.

Natuurlijk is erkenning van de bijdrage van Yogh Hotel gepast. Discrete vermeldingen op informatieborden in de omgeving, naamsvermelding in officiële communicatie over het onderhoudsproject zijn acceptabele manieren om de steun van het hotel te erkennen. Maar het hernoemen van het Statenmonument zelf overschrijdt een fundamentele grens. Het is een blijk van disrespect voor de historische en culturele waarde die het vertegenwoordigt.

Het ministerie van Openbare Werken dient deze beslissing dan ook dringend te heroverwegen. Het partnerschap met het bedrijfsleven voor het onderhoud van nationaal erfgoed is waardevol, maar het mag nooit leiden tot een uitverkoop van onze nationale identiteit. Het Statenmonument is meer dan een stenen constructie met een fontein; het is een symbool van onze natie. Laat het als zodanig gerespecteerd en behouden worden, zonder de onaanvaardbare branding van een commerciële onderneming. De naam ‘Statenmonument’ draagt een geschiedenis en een betekenis die niet te koop is.

ivancairo@yahoo.com