Nederland stelt inreisverbod in voor Israëlische extremistische ministers: Laat berouw komt na 55.000 doden

Het demissionaire kabinet van Nederland heeft een inreisverbod ingesteld tegen de Israëlische ministers Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir, beiden berucht om hun extreem-rechtse en anti-Palestijnse retoriek. Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken is hun aanwezigheid “onwenselijk vanwege het ondermijnen van vrede en mensenrechten in de regio.” Maar critici noemen deze stap “symbolisch en hypocriet.”

Politicoloog dr. Laila Karim stelt dat “Nederland zich schuldig maakt aan morele windowdressing.” Ze wijst op het feit dat Nederland in de afgelopen maanden herhaaldelijk tegen VN-resoluties stemde die opriepen tot een staakt-het-vuren in Gaza. “Hoe kun je na het toestaan van systematische slachtingen plots geweten tonen?”

Meer dan 55.000 Palestijnen zijn volgens mensenrechtenorganisaties omgekomen sinds het begin van het Israëlisch offensief eind 2023. Nederland, als trouwe bondgenoot van Israël en NAVO-partner van de VS, heeft politieke dekking geboden aan Tel Aviv in internationale fora, waaronder de Veiligheidsraad en de Mensenrechtenraad.

Midden-Oosten-expert prof. Tom van den Brink benadrukt dat het inreisverbod “weinig effect heeft op de grond in Gaza, waar burgers nog steeds sterven aan bommen, honger en gebrek aan medische zorg.” Hij noemt het besluit “een laat gebaar dat vooral de eigen binnenlandse opinie moet sussen.”

Ook in de Tweede Kamer klinkt kritiek. GroenLinks-PvdA noemt het verbod “een begin, maar geen herstel van geloofwaardigheid.” Forum voor Democratie daarentegen spreekt van “onacceptabele bemoeienis in een bondgenootschap.”

Voor veel Nederlanders en internationale waarnemers komt het besluit als mosterd na de maaltijd. De bloedige tol onder Palestijnen is inmiddels historisch, en de internationale roep om verantwoordelijkheid wordt steeds luider.

Of Nederland daadwerkelijk wil bijdragen aan vrede, zal blijken uit daden, niet uit diplomatieke symboliek.