Nachtelijk ijlen

ROZENGEUR / Gerold Rozenblad
Ik was in het weekend grieperig.  Voelde het sedert donderdag lichtjes aankomen en vrijdag moest ik op kantoor de airco uitdoen. Toen wist ik zeker dat ik het echt te pakken had. Nu ben ik niet het type geweest dat dan naar de Paracetamol gaat grijpen. Ik geloofde dat die middeltjes symptoom bestrijdend zijn en je alleen maar langer met die griep onder de leden laten rondlopen. Liever goed uitzieken. Zaterdag heb ik het geweten.

In de middag appte ik een mati met wie ik zondag naar Albina zou gaan, dat ik niet meer zou kunnen. Ik bleef op de bank liggen, wachtend op de wedstrijd van mijn Barcelona. Als misère op ellende verloren die gasten de wedstrijd en viel ik ziek en gefrustreerd op de bank in slaap. Ik vermoed dat mijn frustratie resulteerde in mijn latere toestand, want ik moet hebben geijld.

Af en toe kwam de verheerlijkte in beeld en de man straalde en had een gelukzalige blik als van een man die net meerdere keren een erotisch hoogtepunt had beleefd

In mijn beleving was ik rond negen uur weer wakker en zag ik op tv een activiteit waar veel mensen aanwezig waren. Het leek een soort contest. De ene na de andere contestant werd een podium opgeroepen in wat leek op een wedstrijdje persoonsverheerlijking. Slechts enkelen waren niet bij de les. Het leeuwendeel kweet zich goed van de opdracht. Zo goed dat in mijn hallucinaire toestand het mij voorkwam dat zij tongen hadden gelijk miereneters.
De ene na de andere kwam voorbij. Ook de door Sharda gelokaliseerde zombies. En dat ze het goed deden bleek wel. Af en toe kwam de verheerlijkte in beeld en de man straalde en had een gelukzalige blik als van een man die net meerdere keren een erotisch hoogtepunt had beleefd.
Het leek mij onmogelijk. Maar ik meen mij te herinneren dat tijdens het contest via een appgroep waar ik lid van ben, appjes binnenkwamen. Verbazing alom. Het vreemde was dat iedereen last had van plaatsvervangende schaamte, maar niemand wegzapte. Alsof we allemaal gedreven werden door een vreemde macht die ons dwong in afgrijzen verder te kijken. Op een goed moment hield ik het niet meer. “Ik ga naar de brug”, appte ik. Hoongelach alom. Drie minuten later appte een andere persoon: “Gerold neem me mee!”.
En zo ging het verder, tot de hoofdrolspeler op een goed moment besloot de show helemaal te stelen. Toen kon ik een goede blik op de persoon werpen. Waarom ik zeker weet dat ik kennelijk aan het ijlen was, in mijn beleving was de persoon toegerust met enkele ornamenten die je slechts tegenkomt in boeken en films die handelen over een verleden eeuwen terug. Ornamenten die de hoofdbewoners van Buckingham Palace en Paleis Noordeinde ooit hebben gedragen, maar nu vooral in vitrines zichtbaar zijn voor het publiek.
Nam mijn waan een loopje met de realiteit en werd het heden verweven met feodale illusies ? Of was het dat mijn grieperige bewustzijn twee films door elkaar haalde ? Ik weet het niet. Want ergens zag ik toch een nieuwe hofnar op het podium? Ik had het niet meer. Echt niet. Maar zowaar, met dit soort boze droom achtige toestanden kwam rond het dolste moment – om middernacht –  plots een eind aan de foltering. Zondagmorgen was het eerste dat ik deed een dubbele dosis Paracetamol innemen. Ik wil die zaterdagnacht niet meer meemaken.
roziegeur@gmail.com