Mutatie schoolleiders geen daad van vijandschap

Het muteren van schoolleiders zoals dat vorig jaar heeft plaatsgevonden, is volgens minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) geen daad van vijandschap. De bewindsman zegt dat er vóór de kerstvakantie gesprekken zijn gevoerd met schoolleiders van verschillende scholen over hun mogelijke mutaties. Het ministerie kondigde vorig jaar aan dat meer dan dertig schoolleiders zouden worden overgeplaatst.
Zes van hen waren het niet eens met het besluit, en dit werd grondig besproken met het ministerie. Minister Ori benadrukt dat mutaties niet zomaar plaatsvinden, en dat de beslissing altijd in samenspraak wordt genomen, afhankelijk van verschillende omstandigheden. MinOWC heeft gedetailleerde dossiers met de redenen waarom de zes schoolleiders gemuteerd moesten worden. Het is volgens Ori essentieel om in te grijpen wanneer dit in het belang van de school en het kind is.
Het ministerie wil geen schoolleiders voor het leven aan een school verbinden; in een cyclus van vijf jaar moeten schoolleiders worden gemuteerd. “Scholen die goed functioneren, profiteren van een goede schoolleider, terwijl scholen die minder goed draaien de kans moeten krijgen om succesvoller te worden. Bij elke mutatie wordt gekeken naar de persoonlijke dossiers van schoolleiders en hun functioneren in de vijfjarige cyclus.”
Er worden volgens de bewindsman voortdurend trainingen geboden aan schoolleiders, zodat zij goed voorbereid zijn op verschillende situaties die zich op scholen kunnen voordoen. Minister Ori benadrukt dat de mutaties niet vijandig bedoeld zijn, maar dat het belang van de school en het onderwijs centraal staan. “Een schoolleider kan de richting van een school bepalen, en daarom worden regelmatig functionerings- en beoordelingsgesprekken gevoerd. Het ministerie heeft gemerkt dat wanneer een goede schoolleider vertrekt, het niveau van de school direct kan dalen.”
Het onderwijsministerie blijft zich inzetten voor de verbetering van de onderwijskwaliteit binnen scholen, dit in samenwerking met de inspectie. De kwaliteit van het onderwijs moet volgens minister Ori omhoog, wat een van de belangrijkste doelen van zijn departement is. Ook wordt er gewerkt aan de beoordeling van leerkrachten op basis van hun prestaties gedurende het jaar. Daarnaast zijn er veranderingen in het HRM-beleid van het ministerie in de maak. Deze aanpassingen moeten bijdragen aan de verbetering van de onderwijskwaliteit.