MISPLAATSTE EUFORIE?

De algemene vrije en geheime verkiezingen voor volksvertegenwoordigende lichamen, zijn gehouden en de uitslag is bekend. De NDP en VHP zijn de grootste politieke partijen gebleken met de meeste zetels voor De Nationale Assemblee. De NDP met achttien zetels, deed het iets beter dan VHP met zeventien, en is er gevoeglijk vanuit gegaan, de nieuwe regering te mogen formeren in combinatie met andere politieke partijen die haar aan een meerderheid in De Nationale Assemblee zouden kunnen helpen.
Inmiddels is bekend dat NPS, PL, ABOP, BEP en A20, bereid zijn de NDP te ondersteunen om tot een nieuwe coalitieregering te komen. Over de verdeling van de ministeries is er volgens meldingen, ook al overeenstemming bereikt tussen de aanstaande coalitionelen. De euforie bij vooral NDP is aanmerkelijk en ook NPS schijnt enthousiast te zijn om de komende vijf jaar, haar schouders onder het grote werk te zetten en beide partijen zijn van mening, dat ze het bestuur van Suriname anders willen gaan aanpakken. Hoe anders, dat is nog niet in de finesses meegedeeld. Dat kan eigenlijk ook niet, omdat beide partijen die hechter aan elkaar verbonden lijken te zijn, niet over de juiste informatie schijnen te beschikken over hoe Suriname er thans financieel-economisch voorstaat, na vijf jaar regering Santokhi-Brunswijk. Voor de meeste coalitiepartners is het niet bepaald duidelijk, hoe het financiële plaatje eruit ziet en die kunnen er dan ook met geen mogelijkheid een pijl op trekken. Wat meer ingewijden hebben er hun ernstige twijfels over dat de cijfers die in de afgelopen vier jaar zijn gepresenteerd, wel de realiteit vertegenwoordigen, omdat die volgens hen, mooier zijn dan gepresenteerd. Het betreft zeker niet een situatie die je zou kunnen vergelijken met die in 2010, toen André Telting de Centrale Bank met een tevreden gevoel uitwandelde en Suriname achterliet met een positief saldo van meer dan 800 miljoen dollar aan monetaire reserves. Suriname zit nog steeds diep in zijn schuldenvraagstuk voor binnenlandse en buitenlandse verplichtingen die dan wel deels zijn herschikt, maar toch betaald zullen moeten worden met een verhoogde rentetoeslag. Voorts is het nog steeds zo, dat het ambtenarenbestand niet aanzienlijk is afgenomen en nog steeds loodzwaar op elke begroting drukt. De staatsinkomsten uit directe en indirecte belastingen zijn nog steeds zeer onvoldoende om dekkend te kunnen worden genoemd. Dus de uitgaven zijn nog steeds veel hoger dan de inkomsten. Onze kredietwaardigheid is nog steeds veel te laag, waardoor internationaal geld lenen voor Suriname zeer onvoordelig blijft. De vraag die onmiddellijk – ook voor het komende kabinet – rijst, is of we het zullen redden zonder een tweede IMF-overeenkomst. De aankomende regering moet daarom geen moment de indruk wekken dat ze over een toverstaf beschikt, om de Surinaamse economie weer snel op het juiste spoor te krijgen. De financiële en economische problemen zijn daarvoor nog veel te groot evenals onze deviezeninkomsten ten opzichte van de lopende uitgaven. Het wordt dus ook voor het komende kabinet, pappen en nat houden en daarbij zal men alle zeilen moeten bijzetten om de saamhorigheid te bestendigen. Belangen en afwijkende beleidsinzichten zullen zeker gaan spelen en dan zal een goede stuurmanszin gaan spelen om het schip Suriname, niet op de klippen te laten lopen. Geen enkele partij zal in dezen een dominante rol moeten gaan spelen, anders klapt het geheel als een zeepbel uit elkaar. Op dit moment mag geen enkele partner in een nieuw kabinet zich overheersend en oppermachtig gaan gedragen, aangezien alle partners de mogelijkheid hebben zaken te ontregelen en te voeren beleid, onuitvoerbaar zal blijken. En juist daaraan hebben we momenteel geen enkel voordeel. Wij blijven erbij dat uitgaande van het huidige financiële plaatje en de verwachtbare inkomsten, het niet snel beter zal gaan in dit land. Hopelijk zal men dat goed inzien en absoluut niet wederom gouden bergen beloven, want die zijn er eenvoudig niet.
The post MISPLAATSTE EUFORIE? ..