Misiekaba: ‘Elke regeringsfunctionaris die naar DNA komt moet op haar tenen lopen’

door

Tekst en beeld

PARAMARIBO — NDP-parlementariër André Misiekaba is heel gemotiveerd om in de komende vijf jaar de toezichthoudende taak van De Nationale Assemblee(DNA) naar een hoger niveau te brengen. Volgens hem is nu de tijd aangebroken dat volksvertegenwoordigers de regering serieus en heel kritisch gaan volgen. “Elke regeringsfunctionaris die hier komt, moet op haar tenen lopen. Die regering mag zich niet te comfortabel voelen hier”, benadrukt Misiekaba tegenover de Ware Tijd. “We kunnen niet meer sollen met de belangen van deze samenleving. Dit is de laatste kans voor de politiek en ik zal hier mijn bijdrage leveren”, merkt hij verder op.

Gezien de goede intenties van andere collega’s in het parlement denkt hij dat het interessant is om volksvertegenwoordiger te zijn in deze periode. Hoewel de NDP-topper weet dat hij ook op een ministerspost goed zou functioneren, is dat vooralsnog niet zijn ambitie. “Er is heel concreet een ministerpositie aan mij aangeboden, maar als ik kijk naar de job die hier gedaan moet worden, is de kans groot dat ik in het parlement blijf. Er is veel werk hier te verzetten.” Naast kritische toezicht op de regering wil Misiekaba als doorgewinterde volksvertegenwoordiger de jonge nieuwe leden die binnen zijn gekomen ondersteunen en helpen begeleiden.

“Die subsidie aan EBS is afgebouwd. Pe a SRD 600 miljoen de?”

Armoedebestrijding prioriteit

Misiekaba noemt armoedebestrijding als belangrijkste prioriteit waarvoor hij zich zal inzetten in het parlement. “Er is veel armoede en wij moeten ervoor zorgen dat de mensen moeten kunnen eten. Daarnaast moet de regering heel serieus kijken naar onderwijs, veiligheid en gezondheidszorg. Dit zijn de accute dingen die we in de eerste maanden moeten aanpakken”, zegt hij.

Bij de start van het nieuwe schooljaar moet er wat hem betreft al een nieuwe en frisse aanpak zijn op het gebied van onderwijs, terwijl het tekort van zorgpersoneel voorlopig opgevangen zal moeten worden met verpleegkundigen uit het buitenland. Daarin zouden landen als Cuba en de Fillippijnen, waarmee Suriname een goede relatie heeft, een belangrijke bijdrage kunnen leveren.

Pe a 600 miljoen de?

Het argument dat er geen geld is om die noodzakelijke dingen te financieren, snijdt volgens Misiekaba geen hout. Volgens hem zijn er voldoende mogelijkheden om het geld binnen te krijgen. De parlementariër noemt als voorbeeld een goede ordening van de goudsector en betere handhaving van de belasting over de toegevoegde waarde (BTW). Hij wijst erop dat deze twee zaken jaarlijks al miljoenen Surinaamse dollars in de staatskas kunnen brengen.

Daarnaast vraagt Misiekaba zich af wat er gebeurt met al het geld dat vrijkomt nadat subsidies op de nutsvoorzieningen zijn afgeschaft door de regering van president Chandrikapersad Santokhi. “De samenleving vergeet dat wij EBS jaarlijks subsidieerden met een bedrag van tussen SRD 600 en 800 miljoen. Die subsidie is afgebouwd. Pe a SRD 600 miljoen de?” vraagt Misiekaba zich af. Hij belooft binnenkort duidelijkheid hierover te vragen aan de nieuwe regering.