Ministerie van Onderwijs biedt nieuwe kansen voor leerlingen met gehoorbeperking

door

Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) heeft een pilotproject gelanceerd waarmee tien leerlingen met een gehoorbeperking de kans krijgen om hun studie voort te zetten na het voortgezet speciaal onderwijs (vso). Het project werd op donderdag 30 januari officieel gepresenteerd op de George Asinschool, in aanwezigheid van onderwijsminister Henry Ori.
Hoewel de pilot op 13 januari al van start ging, werd de officiële lancering van dit initiatief gevierd als een belangrijke stap voor Suriname. Onderwijsinspecteur Samantha Bouterse, belast met speciaal onderwijs, verklaarde dat het ministerie trots is op het resultaat van dit project, dat een unieke kans biedt voor leerlingen die voorheen geen vervolgonderwijs konden volgen.
Coördinator Sourish Woodly van het Openbare Avondmulo 3 gaf aan dat dit project voor het eerst in Suriname wordt uitgevoerd en dat het een grote uitdaging was om alles goed voor te bereiden. De school, die alleen in de middaguren open is voor de leerlingen met gehoorbeperking, zal het onderwijs aanpassen aan de snelheid van de leerlingen, zodat het tempo aangepast kan worden afhankelijk van hun voortgang.
Het onderwijs wordt gegeven onder toezicht van de onderwijsinspectie en zal langer duren dan de reguliere studie, met een streefdiploma binnen 8 jaar. De lessen worden door tolken aan de leerlingen overgebracht, waarbij 4 tolken zich vrijwillig inzetten voor deze groep.
Tolk Rosita Etnel benadrukt de betekenis van dit project: “Het is geweldig om doven en slechthorenden deze kans te bieden. De leerlingen moeten zich weer aanpassen aan het studeren, na lange tijd wachten op deze mogelijkheid.”
De tolken werken niet alleen creatief, maar communiceren ook via Whatsapp om de lesstof en afspraken met de leerlingen duidelijk te maken. Volgens Etnel is het enthousiasme en de motivatie van de leerlingen zichtbaar, wat blijkt uit de positieve resultaten van de afgelopen toetsen.
Onderwijsinspecteur Bouterse pleit daarnaast voor een beloning voor de tolken, die hun werk pro deo verrichten, maar een eerlijke vergoeding verdienen voor hun belangrijke bijdrage aan dit project.