Ministerie GBB negeert vonnis over grondkwestie Berlijn

De voorzitter van de Para Federatie, Hesdy Ommen, zegt in een gesprek met Suriname suriname dat het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) zijn verantwoordelijkheid niet heeft genomen. Volgens hem ligt er sinds 2023 een rechterlijk vonnis over de gronden in Berlijn dat moet worden uitgevoerd.
“Als in het uittreksel van GLIS staat aangegeven, dat de grond aan de staat is toegewezen, betekent dat dat het vonnis niet wordt nageleefd. GBB moet uitvoeren wat de rechter heeft bepaald. Het vonnis is niet uitgevoerd, en dat is wat nu moet gebeuren,” zegt Ommen.
Volgens hem is het vonnis in februari 2023 uitgesproken. Daarin is opgenomen dat binnen twee maanden na betekening van de beschikking het recht op grondhuur voor agrarische doeleinden moest worden afgestaan aan het stichtingsbestuur van Berlijn.
De reden voor de rechtszaak is dat de overheid ten onrechte de bestemming van de grond had veranderd, zegt de voorzitter van de Para Federatie. In maart 2024 stelt de minister dat de grond terug aan de staat moet worden gegeven, terwijl het ministerie van GBB nog geen uitvoering heeft gegeven aan het vonnis.
“Je kunt pas intrekken als er uitvoering is gegeven aan het vonnis. Er wordt hard gewerkt om de overheid te dwingen terug te draaien wat in het uittreksel staat vermeld over de grootte van Berlijn. De grond is niet terug in de boezem van de staat; dat klopt niet,” aldus Ommen.
Advocaat Maureen Nibte zegt dat ze niet op de hoogte was dat de grond terug was in de boezem van de staat. “Het is dit jaar op naam van de staat gekomen. Ik heb het gewoon op sociale media geplaatst als informatieve boodschap omdat ik zag dat het niet meer onder het plantagebestuur viel. Ik schrok van de informatie die ik op het hypotheekuittreksel zag,” aldus Nibte.
Nibte ontdekte deze informatie vanwege haar interesse in een stuk grond in dat gebied.