Minister Ramadhin: “Hasrat moet met pensioen”

door

Minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid heeft hard uitgehaald naar dokter Humphrey Hasrat en zijn rol binnen de gezondheidszorg. Volgens de minister heeft Hasrat tijdens zijn leiding onvoldoende actie ondernomen om problemen binnen de sector aan te pakken. “De situatie in de gezondheidszorg was onder Hasrat niet goed,” aldus Ramadhin.
Voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM) uitte de minister ook kritiek op de manier waarop hij persoonlijk wordt aangevallen in plaats van dat er inhoudelijke kritiek wordt geleverd op zijn beleid. “De media en journalisten hebben de verantwoordelijkheid om het publieke debat op een ethische en fatsoenlijke manier te voeren,” benadrukte hij.
Een belangrijk punt van kritiek op Hasrat is het beheer van het Staatsziekenfonds (SZF). Onder zijn leiding ontbraken transparantie en verantwoording, aldus Ramadhin. Het jaarverslag van 2022 werd pas recent gepresenteerd, terwijl de laatste rapportage uit 2020 dateert. “Hasrat heeft geen jaarverslagen opgesteld en doorgegeven aan de regering, een cruciale verantwoordelijkheid in zijn functie,” zei de minister.
Daarnaast wees Ramadhin op het gebrek aan toezicht vanuit de overheid. Hij stelde dat zowel de voorzitter van De Nationale Assemblee als de voorzitter van de Commissie Volksgezondheid nooit hebben gevraagd naar deze jaarverslagen, wat wijst op een gebrek aan controle en accountability.
Volgens de bewindsman is het tijd dat Hasrat met pensioen gaat. Op 78-jarige leeftijd zou hij zich moeten terugtrekken uit het vak. De minister stelt echter dat het niet enkel om leeftijd gaat: “De medische wetgeving kent geen specifieke leeftijdsbeperkingen, zolang iemand fysiek en mentaal in staat is om zijn werk uit te voeren. Het probleem ligt bij zijn functioneren.”
Ramadhin benadrukte dat er serieuze tekortkomingen waren in de manier waarop de zorg onder Hasrat werd geleid. “A san kon sari kba, te sma e syi yu fesi na soso redi den en syi,” merkte hij op, waarmee hij aangeeft dat de realiteit niet ontkend kan worden.