“Minister Raghoebarsing pleegt vermoedelijk soortgelijke handeling als Hoefdraad”

door

Tijdens de discussie over de suppletoire begroting heeft NDP-parlementariër Stephen Tsang een fundamenteel probleem aangekaart met betrekking tot het vonnis van voormalig minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad. Tsang zei dat hij vaker heeft gewaarschuwd dat het vonnis, waarbij het strafrecht is misbruikt bij bestuursrechtelijke aangelegenheden, ervoor gaat zorgen dat iedere regering een probleem gaat krijgen bij de uitvoering.
“Er zijn nu precedenten geschapen”, aldus Tsang, die stelde dat minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning nu hetzelfde heeft gedaan als Hoefdraad en dat indien er jurisprudentie is de huidige minister dezelfde behandeling moet krijgen.
Volgens Tsang kan het niet zo zijn dat beleidsmakers vervolgd worden voor hun beleid en beleidskeuzes, terwijl zij zich inzetten voor hun zorgplicht richting het volk. Hij wees daarbij op een verklaring van Interpol, waarin werd gegeven waarom men weigerde mee te werken aan de internationale opsporing van ex-minister Hoefdraad.
Hij citeerde uit het vonnis van Hoefdraad waarin het Hof ambtsverduistering toelichtte en zei dat het niet betekent dat de dader zich het voorwerp wederrechtelijk toe-eigent, maar dat de dader het goed wederrechtelijk onttrekt aan waar het voor bestemd is. Hij benadrukte dat in het geval van Hoefdraad de gelden bestemd waren voor schuldverrekening en aflossing door de staat, maar dat de gelden een andere bestemming hebben gekregen.
Tsang legde uit dat Hoefdraad geen geld voor zichzelf heeft genomen, maar de middelen heeft gebruikt om onder andere lonen, salarissen en subsidies voor het volk te betalen. “De huidige situatie toont gelijkenissen”, stelde Tsang. En hij verwees naar de publieke uitspraken van de huidige minister van Financiën en Planning tijdens een regeringspersconferentie op 10 juli 2024.
Hij bracht in herinnering dat de minister aangaf, dat het geld dat bestemd was voor de lonen en toelagen voor de ambtenaren van de verschillende ministeries voor het hele jaar al op was. Tsang zei dat zelfs werd meegedeeld de post voor onvoorziene uitgaven van SRD 2,5 miljard volledig is opgebruikt en dat onvoorziene kosten niet betaald zouden kunnen worden.
Tsang zei dat bij het doornemen van de realisatiecijfers hij zag dat bij een aantal ministeries de middelen voor lonen en salarissen al volledig benut zijn. Hij stelde dat een bedrag van ruim SRD 934 miljoen in mindering is gebracht op aflossingen volgens de suppletoire begroting: “Dan kun je er gevoeglijk van uitgaan dat bijna een miljard SRD, dat bedoeld was voor schuldverrekening en aflossing, is aangewend om lonen en salarissen uit te betalen.” Dit is volgens Tsang precies wat het Hof heeft aangeduid als ambtsverduistering in het vonnis van Hoefdraad.
Tsang merkte op dat er nog geen jurisprudentie is, aangezien de zaak in hoger beroep dient, maar stelde dat als het vonnis van Hoefdraad in stand blijft, de huidige minister van Financiën en Planning ook vervolgd zou moeten worden. “Anders wordt er met twee maten gemeten”, aldus Tsang.