Minister Ori: “Gebrek aan vakdocenten schaadt onderwijsontwikkeling”

door

Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) toont zich gematigd positief over de ontwikkeling binnen het onderwijs. Tegenover Suriname suriname geeft hij aan dat de voortgangstoetsen in het basisonderwijs bemoedigende resultaten laten zien en dat de algemene onderwijscijfers in het afgelopen kwartaal merkbaar zijn verbeterd.
Toch plaatst de bewindsman kanttekeningen bij de vooruitgang. Een belangrijk aandachtspunt blijft het nijpende tekort aan vakdocenten, vooral in specifieke vakgebieden en in de districten. “Het is een structureel probleem dat al jaren speelt en waar we nog steeds geen duurzame oplossing voor hebben kunnen vinden,” aldus Ori.
Impact verkiezingen op schoolroostersDe minister uit verder zijn zorg over de invloed van de recente verkiezingen op het onderwijsproces. Een aanzienlijk aantal leerkrachten stond op kandidatenlijsten en dat heeft volgens hem geleid tot verstoringen in het lesrooster. “Desondanks doen de betrokken leerkrachten hun uiterste best om gemiste lesdagen in te halen,” verzekert Ori.
De voorbereidingen voor de komende examenperiode zijn inmiddels in volle gang. De minister verwacht, mede op basis van de huidige resultaten, dat het schooljaar voor veel leerlingen succesvol zal worden afgerond.
Infrastructuur onder drukWat betreft de staat van de schoolgebouwen zegt de onderwijstopman dat inmiddels meer dan 110 scholen zijn gerenoveerd. Toch is er volgens hem nog een lange weg te gaan. “Veel scholen verkeren in verouderde staat, maar het ontbreekt ons simpelweg aan voldoende middelen,” verklaart hij.
Naast financiële beperkingen ondervindt het ministerie ook hinder van een tekort aan vakbekwame aannemers en arbeiders. “De ondernemers die renovaties uitvoeren hebben moeite om goed personeel te vinden. Dat vertraagt de voortgang aanzienlijk,” aldus Ori.
De departementsleiding blijft zich inzetten voor structurele verbetering van zowel het onderwijzend personeel als de fysieke infrastructuur. “We doen wat we kunnen met de middelen die beschikbaar zijn, maar de uitdagingen zijn groot,” besluit de minister.