Minister Ori bespreekt onderwijsproblemen met DNA

Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur is gisteren ingegaan op de verschillende vragen over de problemen in het onderwijs. Volgens de minister vormen de veranderende demografie in bepaalde gebieden en het niet tijdig beschikken over financiële middelen grote problemen, naast zaken die het ministerie niet in de hand heeft.
De bewindsman heeft niet alleen de problemen in het kustgebied toegelicht, maar ook die in het binnenland. Na zijn uitleg zijn er verschillende vragen gesteld en serieuze zaken aangekaart. De voorzitter van De Nationale Assemblee (DNA) heeft besloten om een themavergadering te houden om alle onderwijsproblemen te bespreken.
Ori wees op de demografische veranderingen, zoals de verstedelijking vanuit het binnenland, en de druk die dat legt op gebieden zoals Wanica en Paramaribo-Zuid. “De toestroom van jongeren in deze regio’s zorgt voor een grotere vraag naar onderwijsvoorzieningen,” zei hij.
Hij erkende dat er ook buitenlandse kinderen zijn die extra druk op het systeem uitoefenen. Ori gaf aan dat de problemen op de basisschool meevallen, maar dat er plaatsingsproblemen zijn voor een grote hoeveelheid jonge kinderen tussen 3 en 4 jaar in Paramaribo-Zuid en Wanica.
“Openbare scholen puilen uit met kinderen,” zei de minister. Het ministerie heeft 144 scholen in renovatie, waarvan een paar snel zijn afgerond en andere nog in ontwikkeling. Volgens de bewindsman zijn er veel problemen met het betalen van aannemers. Het ministerie van Onderwijs is in contact met de minister van Financiën om de betalingen te regelen.
“In leerjaar 10 komt er een splitsing voor algemeen vormend en beroepsonderwijs. We hebben problemen met de plaatsing van studenten in het algemeen vormend onderwijs. Bij het beroepsonderwijs hebben we minder studenten gehad,” zei de minister. Dit creëert een situatie waarbij het ministerie nu een aantal lbo-instituten probeert om te bouwen naar algemeen vormend onderwijs om de groep kinderen die nog niet is ingeschreven, een plek te geven. Daarnaast heeft het ministerie een betalingsachterstand bij scholen die gehuurd worden.
Bij het onderwijs in het binnenland zijn er problemen met het vervoer van leerkrachten, wat te maken heeft met betalingen voor vliegtuigvervoer vanuit Gum Air. Een aantal scholen in het binnenland zijn al gestart; nog vijftien moeten in het zuiden nog beginnen. De minister zei dat het verplaatsen van leerkrachten niet zo eenvoudig is vanwege de onaantrekkelijkheid om in het binnenland te werken en de ontberingen die men daar ondervindt.
Naast huisvesting en veiligheid zijn er ook problemen met vervoer over water bij een lage waterstand, waardoor boten niet op tijd kunnen vertrekken. Daarnaast weigeren boothouders te varen als ze niet op tijd worden betaald. Er zijn ook problemen met watertoevoer voor drinkwater en baden. De minister hoopt extra vluchten te kunnen inzetten om water te brengen.
Obed Kanape, fractieleider van ABOP/PL, gaf aan dat fouten moeten worden geëvalueerd en dat er vervolgens actie moet worden ondernomen. Hij waarschuwde dat als er nu niet wordt ingegrepen, de problemen alleen maar groter zullen worden en Suriname straks leerkrachten zal moeten werven uit het Caribisch gebied.
Wilsientje van Emden (NDP) vroeg wanneer de scholen in het binnenland zouden kunnen starten. Ze stelde dat veel scholen in de stad en randdistricten wel draaien, maar dat de randvoorwaarden in het binnenland ontbreken.
Minister Ori erkende de problemen en benadrukte dat het onderwijsmanagementsysteem, waarmee scholen, leerlingenaantallen en de staat van schoolgebouwen in kaart worden gebracht, een stap vooruit is om meer controle te krijgen.
Hij gaf aan dat het ministerie nu betrouwbaardere data heeft om het onderhoudsplan beter te beheersen. De uitdagingen in het binnenland vereisen volgens hem echter een integrale aanpak die niet alleen het onderwijs omvat, maar ook huisvesting, veiligheid en infrastructuur.
De onderwijstopman gaf aan dat op de korte termijn de prioriteit ligt bij het zo snel mogelijk opstarten van scholen, maar dat de financiële middelen en betalingsachterstanden een groot struikelblok blijven. Hij hoopt dat rond de derde week van oktober de meeste problemen opgelost zullen zijn, maar hij benadrukte dat het ministerie afhankelijk is van het ministerie van Financiën en Planning om betalingen tijdig te doen.