Minister Mac Andrew blijft zelfverzekerd: “Nooit getwijfeld aan mijn functioneren”

Minister Steven Mac Andrew van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AW en J) heeft aangegeven nooit te hebben getwijfeld aan zijn functioneren als minister. Ondanks de recente ontwikkelingen waarbij een collega-minister zijn functie neerlegde, benadrukt Mac Andrew dat hij met vertrouwen zijn werk voortzet. Hoewel hij het vertrek van zijn collega’s betreurt, waaronder Bronto Somohardjo, respecteert hij hun keuzes.
Somohardjo stelde onlangs zijn portefeuille ter beschikking, iets waar Mac Andrew begrip voor toont. “Iedereen heeft zijn eigen redenen,” aldus de bewindsman voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM). Mac Andrew, die eerder al minister ad-interim is geweest, staat open voor het opnieuw vervullen van een dergelijke rol als de president daarom vraagt, maar voelt zich niet aangesproken door de opmerkingen van vicepresident Ronnie Brunswijk over mogelijke reshuffeling onder de ministers.
Hij stelt dat president Santokhi regelmatig bijeenkomsten belegt om het functioneren van ministers te evalueren, en hij heeft tot nu toe geen klachten ontvangen over zijn werk bij het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken. Een belangrijk onderwerp dat nog openstaat, is de ombouw van het oude hotel Babylon tot kantoorruimtes voor zijn ministerie. Ondanks de kritiek uit de samenleving over de aankoop van het hotel, meldt Mac Andrew dat sinds zijn aantreden op 26 maart alle kamers bezet zijn door medewerkers.
Echter, de ombouw van twee units tot kantoorruimtes is vertraagd door een tekort aan financiële middelen. Het ministerie hoopt via een lening van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) dit probleem spoedig te kunnen aanpakken. De afdelingen die nog kantoorruimte nodig hebben, behoren tot het directoraat Arbeidsmarkt, waaronder de units Werkvergunningen en Directe Bemiddeling.
Mac Andrew erkent dat hij had gehoopt dat het project al verder gevorderd zou zijn, maar benadrukt dat de regering prioriteiten moet stellen bij het uitgeven van middelen. “Hoewel het ministerie van groot belang is, moeten we rekening houden met waar de regering direct geld aan kan besteden,” aldus de minister.