Minister Landvreugd op het matje geroepen om verzuim terinzagelegging kiezerslijsten binnenland

door

door Wilfred Leeuwin

PARAMARIBO — Voor de fracties in het parlement was het dinsdag bij de aanvang van de openbare vergadering even schrikken toen voorzitter Marinus Bee bekendmaakte te hebben vernomen dat de wettelijke inzage van kiezerslijsten in het binnenland in tegenstelling tot Paramaribo en andere districten nog niet is begonnen.

Bee maakte de regering het ernstige verwijt dat dit een overtreding van de wet is. De terinzagelegging is bij wet vastgesteld voor 14 januari tot en met 12 februari. Minister Delano Landvreugd van Binnenlandse Zaken (Biza), die afwezig was, werd naar het parlement gehaald om uitleg te geven wat er aan de hand was.

“We moeten de regering op het hart drukken dat de mensen in het binnenland niet minder zijn dan die in Paramaribo”Melvin Bouva

Binnenland is ook Suriname

“Verwerpelijk” en “onacceptabel” noemden fractieleiders dit handelen van de regering. Melvin Bouva (NDP) merkte op dat dit geen incident is, maar dat ook hij heeft vernomen dat “verantwoordelijken van de regering” een schriftelijke mededeling hebben gedaan in het binnenland dat de wettelijke terinzagelegging pas op 5 februari zal aanvangen en tot en met 12 februari zal duren. “We moeten de regering op het hart drukken dat alle Surinamers evenveel recht hebben en dat de mensen in het binnenland niet minder zijn dan die in Paramaribo.”

Obed Kanape, fractievoorzitter van Abop, zei al te hebben voorspeld dat bij deze verkiezingen, met het nieuwe kiessysteem (landelijke evenredigheid, … red.), het binnenland in de vergetelheid zal geraken. “Maar laat het niet zo zijn dat het al begint bij de organisatie van de verkiezingen.”

Ook andere fractieleiders – Rabin Parmessar (NDP), Evert Karto (Pertjajah Luhur) en Asiskumar Gajadien (VHP) – uitten hun bezorgdheid en eisten dat Landvreugd terstond het parlement kwam informeren. Het duurde tot laat in de middag voordat de minister aan het woord kwam.

Financiële uitdagingen

Volgens Landvreugd is de wettelijke terinzagelegging voor het binnenland officieel ook op 14 januari van start gegaan. Echter, er zijn financiële en logistieke uitdagingen geweest die aanleiding zijn dat er een breuk kwam in de organisatie. De bewindsman verzekerde dat het financiële probleem intussen is opgelost.

Financiën en Planning heeft het benodigde geld overgemaakt naar Biza, die op zijn beurt het geld stortte voor de districtscommissariaten en ook naar de buitenlandse leverancier, die verkiezingsmateriaal moet aanleveren. “We hopen dat er geen andere knelpunten zijn en dat de trend die is ingezet door Financiën en Planning wordt voortgezet”, zei de minister.

Volgens hem heeft het binnenland extra uitdagingen. “Maar uw college heeft gelijk, waar we geen prioriteit aan hebben gegeven, moet nu wel gebeuren. De regering wil niet de indruk laten ontstaan dat zij het binnenland niet op dezelfde manier behandelt als Paramaribo en omstreken”, zei Landvreugd.

Wrevel

Hoewel zijn uitleg werd aangehoord, bleef de wrevel en kritiek. Voor de parlementariërs was het simpelweg ongehoord dat de regering op deze manier om is gegaan met een wettelijke voorziening, zeker omdat het gaat om de organisatie van de verkiezingen.

Zelfs de mededeling van Landvreugd dat er – naast de Bureaus voor Burgerzaken en online mogelijkheden – voor het binnenland ook pendeldiensten worden ingezet om de burgers te bereiken, kon de irritatie over hem niet weg maken. Gajadien wierp bijvoorbeeld op dat het integriteitsvraagstuk waarin Landvreugd is verwikkeld, mogelijk doorslaat in zijn werk als minister van Binnenlandse Zaken.

De VHP-fractieleider eiste dat Landvreugd het parlement daar over informeerde. Echter, DNA-voorzitter Bee stak daar een stokje voor. Hij zei dat dat op een andere manier in overleg met de regering zal plaatsvinden.