Minister Emanuël wilde meer bereiken voor sportsector

Minister Gracia Emanuël van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS) gaf voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM) aan dat zij graag meer had willen realiseren voor sporters in Suriname. Ondanks de beperkte middelen binnen de begroting, is er volgens haar toch hard gewerkt aan de ontwikkeling van de sportinfrastructuur in het land.
In samenwerking met het ministerie van Financiën en Planning zijn de mogelijkheden onderzocht om sporters beter te ondersteunen. “Er is geïnvesteerd in sportaccommodaties verspreid over het hele land en binnenkort worden er kunstgrasvelden opgeleverd in het binnenland. Daarmee willen we jongeren stimuleren om te blijven sporten,” aldus Emanuël.
Voor sporters die Suriname in het buitenland wilden vertegenwoordigen, is waar mogelijk ondersteuning geboden. In gevallen waarin het ministerie dit niet zelfstandig kon bekostigen, werd de hulp ingeschakeld van de sportcommissie van het Kabinet van de President. “We konden niet boven het budgetplafond gaan, ook al wilden we meer doen voor deze groep,” benadrukte de minister.
De decentralisatie van het sportbeleid is volgens Emanuël niet volledig tot uitvoering gebracht, vooral vanwege het tekort aan financiële middelen. Dit had ook gevolgen voor het tijdig identificeren en ondersteunen van lokaal sporttalent. Districtscommissarissen ontvingen elk kwartaal een bedrag van SRD 250.000, maar volgens de minister kregen sommigen uiteindelijk slechts de helft van het toegezegde bedrag van SRD 1 miljoen.
Toch zijn sportmaterialen op tijd geleverd aan scholen, sportorganisaties en verenigingen in diverse delen van het land. De minister gaf aan niet in te gaan op ongefundeerde kritiek, maar wel open te staan voor opbouwende feedback.
“Ook onder het ministerie van Sport- en Jeugdzaken, onder leiding van oud-minister Lalinie Gopal, waren de middelen beperkt. Als er kritiek is, moeten we samen kijken hoe het beter kan,” aldus Emanuël. Ze onderstreepte dat de overheid meer moet investeren in de sportsector. “Ik begrijp de kritiek. We moeten erkennen dat het beter moet – en daar moeten we gezamenlijk aan werken.”