Minister Bronto Somohardjo: ‘De president heeft mij gelukkig niet ontslagen; mi kanto ma mi de ete’

door Wilfred Leeuwin
PARAMARIBO — “Ik ben inderdaad nog in functie als minister van Binnenlandse Zaken. I have lived to fight another day, mi kanto ma mi de ete!” Dat zei minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken dinsdag in het parlement.

Hij legde een verklaring af naar aanleiding van geruchten dat hij maandag mogelijk door president Chandrikapersad Santokhi zou worden ontslagen. Hij zou handelingen hebben gepleegd die zijn verder functioneren als minister onmogelijk zouden maken.

“Op dit moment is deze politieke storm waarin ik zit erg lelijk”

Veroorzaker bekend
Somohardjo zei zich in een zware politieke storm te bevinden, niet vanwege de aantijgingen, want die kan hij weerleggen. “Het is zwaar, omdat ik weet vanwaar de storm komt en dat is teleurstellend. Politiek kan mooi zijn wanneer je een juist beleid voert en mensen kan helen, maar politiek kan ook door hebzucht, de drang naar macht of door de drang naar behoud van macht lelijk zijn. En op dit moment is deze politieke storm waarin ik zit erg lelijk. De president heeft mij gisteren gelukkig niet meteen ontslagen, maar om aanvullende informatie gevraagd en die heb ik hem vandaag gestuurd en ik geloof dat het genoeg zal zijn”, aldus de bewindsman dinsdag.
Somohardjo zei te hebben begrepen dat de veroorzaker van de storm stukken heeft gegeven aan leden van de oppositie om die te brengen in de openbaarheid via het parlement, alleen maar om de president onder druk te zetten. “Ik zei aan ze: ‘breng het’, maar zij zeiden: ‘nee Bronto, wij gaan ons niet voor het karretje laten spannen’.”
Samenwerking afgebrokkeld
Vanaf het weekend gonsde het van berichten dat Abop, waarmee Pertjajah Luhur samenwerkt in de coalitie, zou eisen dat de ministers Somohardjo en Ines Pané van Sociale Zaken en Volkshuisvesting moesten worden bedankt. De samenwerking tussen de twee partijen is intussen afgebrokkeld nadat PL zich niet wilde laten inlijven door een andere politieke partij geleid door Abop.
Somohardjo eindigde zijn korte verklaring in het parlement met: “Mijn huid is dik, nog niet zo dik als die van de olifant, maar het is wel een zware politieke storm, die ik niet had verwacht uit de hoek waar die vandaan komt. Maar ik heb ook hulp gehad van mensen van wie ik het niet had verwacht.” Verwijzend naar de intussen overleden straat-rapper Papa Touwtjie, zei Somohardjo: “O Gado yepi mi fu sabi mi mati, want mi feyanti mi sabi keba.”