Meer, meer, meer!

MET NOG ZEVEN maanden te gaan naar de verkiezingen van 2015 toe, is de hevigheid waarmee politieke partijen zaken claimen, dan wel hun falen goedpraten gigantisch toegenomen. Iedere politieke partij wil meer en eigenlijk de meeste zetels. Niemand evalueert daarbij de eigen prestatie eerlijk.
Het is in deze vooral de politieke partij Abop die haar achterban aan het voeden is met de boodschap: als marronpartij krijgen we onvoldoende ruimte om zaken te realiseren. Pas als de voorzitter president is, zullen we iets kunnen veranderen, want nu zijn onze handen gebonden.

“Als je met hetgeen je hebt niets kan betekenen hoe zal je dan het grotere aankunnen. Meer zetels is meer verantwoordelijkheid”

Het lijkt alsof de partij er munt uit wil slaan dat veel mensen niet weten hoe het landsbestel werkt. Abop heeft op dit moment acht zetels in het parlement. De begroting wordt mede door de ministers die voortkomen uit Abop samengesteld. Het zijn vervolgens de Abop-parlementariërs die de begroting mede goedkeuren.
Niets weerhoudt hen om tegen de begroting te stemmen als ze niet tevreden zijn met hoe de middelen besteed zijn. De mogelijkheid bestaat ook om bij de voorzitter van het parlement die ook uit de Abop komt officieel te vragen dat eerst de sloten van de begroting behandeld worden.
Het is geen gebruik, maar als de partij zoveel moeite heeft met de gang van zaken, dan mag dat als principe een keer geëist worden. Dat zijn allemaal middelen om protest aan te tekenen tegen de gang van zaken.
In plaats daarvan kiest de partij ervoor de achterban op te zwepen met de gedachte dat alleen een president beslissen kan wat met geld gebeurt. Dat is pertinent onjuist. Als de partij met acht zetels, een DNA-voorzitter en vijf ministeries maar niet uit de voeten komt, is het van belang ook het eigen functioneren ook danig onder de loep te nemen.
Hetzelfde geldt voor de Pertjajah Luhur die nu in oorlogstuig en met valse sentimenten het Javaans deel van het volk een achtergestelde positie aanpraat. En dit zonder maar een werkelijk op wetenschap gestoelde belemmering te noemen. Dit om het eigen falen om met daadwerkelijke issues een verkiezing in te gaan te verbloemen. Zo heeft het volk nog geen enkele minister van PL kunnen betrappen op het hebben van een visie over de ontwikkeling van het land.
De NDP rekent op geheugenverlies van het volk en presenteert zichzelf als de redder in nood. De kalf is immers verdronken, dus dan helpt degene die het beest over de rand van de put gooide het gat te dichten. Met euvele moed en zonder spijt. De NPS zei recent ook dat de partij niet in een positie wil komen waarbij ze afhankelijk is van anderen. “Geef ons meer”, klonken de woorden van gelijke strekking.
De vraag is: als je met hetgeen je hebt niets kan betekenen hoe zal je dan het grotere aankunnen. Meer zetels is meer verantwoordelijkheid. Overal ter wereld moet een grote of kleine plek aan de denkbeeldige tafel van ontwikkeling verdiend en verdedigd worden. In Suriname willen partijen dat doen door te roepen wat ze niet kunnen.