Markoesateelt weer opgepakt door de regering

Het project rond de markoesateelt in Suriname heeft een belangrijke stap gezet richting de ontwikkeling van een verwerkingsfaciliteit voor markoesapulp. Minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) heeft aangegeven dat de start van de faciliteit verwacht wordt in 2025, waarbij de machines begin april operationeel moeten zijn. Dit zal de export van markoesapulp voor zowel de lokale als buitenlandse markten stimuleren.
Het project kreeg een impuls dankzij een samenwerking met India, dat een projectvoorstel goedkeurde en zelfs machines zal leveren voor de verwerkingsfaciliteit. De vertraging in de uitvoering werd vooral veroorzaakt door een gebrek aan financiële middelen voor de bouw van een fabriek. Echter, met de goedkeuring van India en de levering van de machines lijkt het project nu op koers.
Er wordt ook hard gewerkt aan het verhogen van de lokale productie van markoesa, met hulp van plantmateriaal dat door het ministerie is verstrekt. Boeren worden aangespoord hun productie op te schalen, en er zijn plannen om het areaal tot 200 hectare te vergroten. Er is een raadsvoorstel goedgekeurd waarbij het ministerie zal voorzien in materiaal voor circa 100 hectare. In het tweede traject zal het ministerie opnieuw zorgen voor materiaal voor de boeren.
Daarnaast wordt de verwerking van de pulp en het sap gestimuleerd met een focus op duurzaamheid, waarbij er ook nagedacht wordt over milieuvriendelijke verpakkingsoplossingen, gezien de wereldwijde trend om van plastic af te stappen.
Het is duidelijk dat de overheid zich inzet om zowel de lokale markt te voorzien van markoesapulp als de export te bevorderen, terwijl de boeren ook direct profiteren van deze ontwikkeling door toegang te krijgen tot nieuwe markten en verwerkingsfaciliteiten. De lokale markt zal als eerste voorzien worden van de markoesapulp.