Makandra-samenwerkingsproject tussen Suriname en Nederland formeel beëindigd

‘We hebben iets moois neergezet’

Tekst en beeld ADVERTISEMENT

PARAMARIBO — “Als ik zo rondkijk, dan durf ik te zeggen dat we met z’n allen iets moois hebben neergezet. Want er zijn partners uit verschillende organisaties aanwezig”, zei de Nederlandse ambassadeur Walter Oostelbos op een door hem gegeven receptie bij de afsluiting van het Makandra-programma, een samenwerking tussen zijn land en Suriname. Het begon in het eerste kwartaal van 2021 en was bedoeld om de capaciteit van de Surinaamse overheid en de daaraan gerelateerde diensten, instellingen en instituten te versterken.

De diplomaat zei maandag dat dit programma heeft bijgedragen aan de hernieuwde relatie tussen Suriname en Nederland “gebaseerd op gelijkwaardigheid, wederzijds vertrouwen en open dialoog”.  Hij stelde dat na een onderbreking van tien jaar (2010-2020) weer intensief is samengewerkt van overheid tot overheid. “Er is samen geïnvesteerd in zaken als goed bestuur, versterking van de rechtstaat, opbouw en versterking van de niet-fysieke economische infrastructuur en klimaat.” Ook verbetering van toegang tot sociale publieke diensten is volgens hem ondersteund.

“Voor mij als Srananman was het vooral belangrijk om onze Surinaamse instituten de kans te geven om op een rustige, respectvolle en gelijkwaardige manier te kunnen samenwerken met instituten in Nederland” Nishchal Sardjoe

52 projecten

Er zijn 52 projecten geïnitieerd, waarvan de uitvoering van een deel tot en met volgende maand loopt. Van de tien miljoen euro die Nederland beschikbaar had gesteld voor het programma is meer dan 95 procent besteed. Of er een vervolg komt, zal na evaluatie worden bepaald. Dat proces is intussen ingezet door twee medewerkers van de Nederlandse directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie die nu in Suriname zijn om verschillende groepen te spreken.

“We hebben toch wel veel getrokken uit het Makandra-fonds”, concludeerde minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie in gesprek met de Ware Tijd doelend op de meerdere zaken die zijn departement heeft kunnen realiseren via het programma. Hij noemde als voorbeeld de vele trainingen voor het Korps Politie Suriname en het reclasseringsproject van het Korps Penitentiaire Ambtenaren. “Afdelingen als Justitiële Kinderbescherming en Forensische Zorg zijn in aanmerking gekomen. Mensen zijn zich gaan oriënteren in Nederland en we hebben ook Nederlandse delegaties hier gehad.” Amoksi hoopt dat het programma wordt voortgezet.

Water, bodem en klimaat

Nishchal Sardjoe was vanuit het Nederlandse onderzoeksinstituut Deltares aangesteld als projectleider van het onderdeel ‘Water, bodem en klimaat’, dat is uitgevoerd met het ministerie van Openbare Werken (OW). “Het doel daarvan is om lange relaties tussen Nederlandse en Surinaamse instituten tot stand te brengen op deze drie gebieden. Ik ben hier namens Deltares, maar ik ben een echte Surinamer”, stelde Sardjoe.

Met name de Anton de Kom Universiteit, Meteorologische Dienst Suriname en stichting Tropenbos zijn betrokken geweest. “Voor mij als Srananman was het vooral belangrijk om onze Surinaamse instituten de kans te geven om op een rustige, respectvolle en gelijkwaardige manier te kunnen samenwerken met instituten in Nederland.”

Sergio Kadosoe, directeur Onderzoek en Dienstverlening bij OW, zei dat met name de Meteodienst veel voordeel heeft gehad aan deze samenwerking. “Wij willen natuurlijk dat het programma doorgaat. We kunnen daardoor verder werken aan capaciteitsversterking”, aldus Kadosoe.

Hof van Justitie

Ook Jules de Rijp, interim directeur Bedrijfsvoering bij het Hof van Justitie (HvJ), was lovend over de samenwerking en positieve impact van het Makandra-programma. Het HvJ heeft twee projecten getrokken uit het fonds. Het eerste had te maken met de verbetering van de interne en externe communicatie en het tweede met beter beheren van de archieven. “De doelen zijn gehaald dus we zijn tevreden. En we kunnen beide aspecten nu in eigen beheer verder uitvoeren”, onderstreepte De Rijp.

Stacey Zebeda, senior onderzoeker afdeling National Plant Protection Office op het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij, zei dat verschillende projecten van het departement zijn gefinancierd uit het Makandra-fonds. Zebeda was belast met het fytosanitaire onderdeel dat is voortgevloeid uit de samenwerking. “Het was volledig kennisuitwisseling door middel van verschillende trainingen die we ook in Nederland hebben gevolgd. Daarbij werd eveneens aandacht besteed aan het praktische gedeelte.” Ook zij wil dat het Makandra-programma wordt gecontinueerd.