door Ivan Cairo
PARAMARIBO – De inhoudelijke behandeling van de vordering van Stichting Auteursrechten Suriname (Sasur) vond dinsdag geen voortgang. Sasur trok haar vordering in na aanvang van de civiele zitting. De auteursrechtenorganisatie had de rechter verzocht om het Constitutioneel Hof (CHof) te veroordelen binnen 24 uur na vonniswijzing, en wel vóór 7 mei – de datum waarop de zittingstermijn van de meeste leden afloopt – haar oordeel over de toetsing van de Wet Auteursrechten bekend te maken. Ook de Staat Suriname, het kabinet van de president, de ministeries van Justitie en Politie en Binnenlandse Zaken, evenals De Nationale Assemblée, waren als gedaagden opgenomen in deze vordering.ADVERTISEMENT
Toetsingsvraag
In februari 2024 had Sasur de gewijzigde Auteursrechtenwet aan het CHof voorgelegd ter toetsing aan de Grondwet en internationale verdragen op het gebied van auteursrechten. Volgens de stichting is de wet, die in 2015 werd aangepast, strijdig met deze kaders, wat de belangen van rechthebbenden ernstig schaadt. De wetswijziging zou Sasur beletten om nog langer te functioneren als een onafhankelijke instantie die bemiddelt tussen makers en gebruikers van muziekwerken in Suriname.
Inbreuk
Het CHof stelde in een schriftelijke reactie op het verzoekschrift van Sasur dat de vordering van de auteursrechtenorganisatie gericht was op een rechterlijk bevel tot het doen van een uitspraak in een lopende procedure bij het Hof. Volgens het CHof poogt Sasur daarmee “een fundamentele inbreuk te maken op de functionele onafhankelijkheid van het Constitutioneel Hof alsook op de scheiding der machten”. Het CHof ontkent geenszins de maatschappelijke relevantie van de zaak, maar wees erop dat Sasur rechtsstatelijke grenzen overschrijdt door via de civiele kortgedingprocedure een gerechtelijk bevel af te dwingen dat een directe inmenging zou betekenen in het interne beraad van een constitutioneel college.
Capaciteitsproblemen
Het CHof bevestigde dat deze zaak formeel in behandeling is genomen, maar benadrukte de inhoudelijke complexiteit van de toetsingsvraag, de beperkte institutionele capaciteit als gevolg van onvolledige bezetting en administratieve herstructurering, en de afwezigheid van een wettelijke termijnbinding in de Wet op het Constitutioneel Hof voor het doen van einduitspraken. Dit brengt met zich mee dat tijdsdruk alleen ingegeven kan zijn door interne kwaliteitsnormen, en niet door externe rechterlijke dwang. Naar de de Ware Tijd verneemt zou het onmogelijk zijn geweest dat het CHof binnen 24 uur een uitspraak zou kunnen doen, omdat het eerst zou moeten vergaderen en een datum voor de openbare zitting moeten bepalen. Zonder een secretaris kan dat niet.
‘Sturing constitutionele toetsing’
Het CHof voerde verder aan dat het op basis van Artikel 144 van de Grondwet een onafhankelijk orgaan is. Er werd geconcludeerd: “De rechterlijke macht in kort geding kan geen bevel opleggen aan een constitutioneel college om binnen een vastgestelde termijn uitspraak te doen, zonder de fundamentele scheiding der machten te schenden.” Een dergelijk bevel zou neerkomen op een rechtstreekse inhoudelijke sturing van constitutionele toetsing, iets wat uitsluitend toekomt aan het CHof zelf.Volgens het constitutioneel orgaan kan een “spoedeisend” belang nimmer afdoen aan het feit dat er geen wettelijke of jurisprudentiële plicht bestaat voor het CHof om binnen een bepaalde termijn uitspraak te doen. “De verwijzing naar de verkiezingen van 25 mei 2025 is begrijpelijk uit politiek oogpunt, maar irrelevant in juridische zin,” werd gesteld. Het CHof “toetst wetten in abstracto en niet onder politieke of electorale druk.”
Juridisch ongegrond
De vordering van Sasur is volgens het CHof niet alleen juridisch ongegrond, maar vormt een gevaarlijk precedent waarin de civiele rechter zou interveniëren in het beraad en de oordeelsvorming van het hoogste constitutionele toetsingsorgaan. Het CHof stelde: “Mocht deze vordering worden toegewezen, dan zou dit de grondwettelijke autonomie van het Hof ondermijnen en tevens een gevaarlijk instrument scheppen voor politieke en maatschappelijke pressie op rechterlijke instituties.”
Tegeneis
Het Constitutioneel Hof deed een beroep op de rechter om de vordering van Sasur niet-ontvankelijk te verklaren of als ongegrond af te wijzen. Tot een inhoudelijke behandeling van de zaak kwam het echter niet, omdat de advocaat van Sasur het verzoekschrift introk. Vermoedelijk gebeurde dit omdat het verzoekschrift op basis van onvoldoende informatie was ingediend. De zittingstermijn van zes leden en plaatsvervangende leden van het CHof is vandaag, woensdag, verstreken, zonder dat door het parlement en de regering voor vervanging is gezorgd. Hierdoor zijn alleen de twee leden die in februari 2024 werden benoemd, nog in functie. Het CHof heeft momenteel ook geen secretaris.
- Bee: ik was meer een “compromisvoorzitter” in de afgelopen …..
- Verhuizing ministerie Volksgezondheid loopt vertraging op..
- Sterke daling inflatie als resultaat van solide financieel …..
- Belangrijke besluiten genomen tijdens regeringsraadsvergade…..
- Drukproces stembiljetten ressortraden op schema na correcti…..
- Woning deels in vlammen opgegaan..
- Zeven personen dakloos door felle brand aan de Wanicaweg..
- Merz gekozen tot bondskanselier in tweede ronde na historis…..
- PL staat open voor samenwerking met VHP ondanks ruzie met p…..
- Damijantie Raghoe..
- Regering kondigt twee dagen van nationale rouw af om oud-pr…..
- Clementia Eugene promoveert op innovatieve benadering kinde…..
- Mei verpleegkundigenmaand..
- Robert Rene de Clercq..
- IBK Suriname karate-examen..
- Robinhood blijft ongeslagen met overtuigende zege op Notch..
- LVV sluit Makandra-project af met workshop over kwekersrech…..
- Naamskeuze in het nieuw Burgerlijk Wetboek..
- Werkgroep Pikin Swen Okasi: ‘Rond honderd kinderen leren pe…..
- Ambassadeur Haakmat-Konigferander overhandigt materiaal aan…..
- Santokhi: “Van Dijk-Silos liet mij in de steek bij onafhank…..