Kennia Domini: ‘Ik ben nooit te moe om voor de Here te zingen’

“We waren naar Apatou, Maripasoula, Papapiston en andere plekken in Frans-Guyana. Ik heb met mijn band in verschillende steden meegedaan aan de jaarlijkse La Fête.  En daarna ben ik naar Nederland gegaan”, vertelt Kennia Domini breedlachend aan de Ware Tijd. Maar de vermoeidheid is zichtbaar. Sommige maanden zijn wat drukker dan andere en zeker nu zij studeert aan het FHR zal er meer balans moeten worden gezocht tussen carrière en studie.

Tekst Tascha Aveloo

Beeld privécollectie

In Nederland is er een concert gepland op 6 september. “We hebben daar veel fans.” Voorafgaand en ook erna zijn er nog optredens gepland in Nieuw-Aurora, Moengo en zal zij deelnemen aan het Para Festival. Domini  en haar band treden ook op bij feestjes. “Die persoonlijke touch om iemand die jarig is te mogen bedienen, om samen met hen de zegen van nog een levensjaar te mogen vieren, is altijd een aparte ervaring”, vertelt ze daarover.

“Als je eenmaal uit de problemen bent, ‘meke sani‘; maak vreugde, dans en verhoog God voor zijn goede daden aan jou getoond”

Domini is langer dan tien jaar gospelzangeres. Haar populariteit dankt ze vooral aan het nummer ‘W’e Go Sutu Satan’, dat grijs werd gedraaid, zelfs op niet-Christelijke stations. Zij was één van de Surinaamse vertegenwoordigers op het Caribbean Songfestival, waar ze met dit lied winnaar werd in 2023. “Het is echt goed aangeslagen. Je kan in een bus zitten of ergens in een winkel lopen en het horen. Het was een leuke ervaring voor mij om te kunnen zien hoe mensen kunnen dansen op mijn muziek. En los van het dansen, kunnen ze ook wat eruit halen. ‘W’e Go Sutu Satan’ is een mooie dansi puku, maar spiritueel ook een strijderslied.”

Een ander hoogtepunt was haar deelname aan Suripop vorig jaar. Met de artiest Damenie (bandleider van Mega Vibes Band) zong zij het door Cyriel Lamesie geschreven nummer ‘Tru Lobi’. Met de soulvolle lobi poku wisten zij de tweede prijs te veroveren.

Dans en verhoog God

De zangeres zingt niet alleen bekende gospelliederen na, maar maakt ook eigen composities. Zo scoorde ze vorig jaar met ‘Taampu dja dja’ en onlangs lanceerde zij ‘Meke Sani’. “Het is een vrolijk lied en ik heb al veel goede reacties er op gekregen. Het gaat erover dat mensen moeten proberen goed te leven, omdat ze na hun dood verantwoording zullen moeten afleggen aan God over hoe ze hun leven, talenten, tijd en kansen op aarde hebben benut.”

Het lied eindigt met de aanmoediging om niet terug te keren naar slechte gewoonten, vrienden en situaties die men achter zich heeft gelaten. “Als jij je bekeert dan moet je niet teruggaan, want het kan dan erger met je aflopen dan voorheen. Stel je bent een dief en je hebt je bekeerd. Te yu go baka, kande yu doro skowtu oso. Je wordt opgesloten, want je slechte mati bewegen je om dingen te doen die je zelf nooit zou hebben gedaan en plotseling zit je in vreselijke problemen. En als je eenmaal uit de problemen bent, ‘meke sani‘; maak vreugde, dans en verhoog God voor zijn goede daden aan jou getoond.”

Nee durven zeggen

Dit jaar staat Domini stil bij haar tienjarig jubileum als gospelartiest is. “Ik ben opgegroeid in de kerk, zong daar meer, maar toen ik Youth Voice won, heeft mijn carrière een andere wending genomen. In dat kader wil ik de mogelijkheid bekijken om in Suriname een groots concert te geven.”

Ze geeft toe dat het allemaal best vermoeiend kan zijn. “Ik heb een geweldig team dat me ondersteunt. Mijn vader, die mijn manager is, de bandleden, mensen die heel bewust voor mij bidden en dus fuga fu singi gi Gado nooit. Ik ben nooit te moe om voor de Here te zingen. Als mens word je natuurlijk wel eens moe, maar je zal moeten doorzetten.”

Domini meent dat het daarom essentieel is voor een artiest om een manager te hebben die alles bijhoudt. “Ik ben hem daarvoor zeer dankbaar. Niet altijd zijn we het met elkaar eens, maar we kunnen altijd een middenweg vinden en samen ook gewoon ‘nee’ durven zeggen als het te druk dreigt te worden.”

Want de carrière mag niet koste gaan van de eigen gezondheid. “Daarom let ik heel erg op mijn stem. Ik doe nog steeds stem opwarmingsoefeningen en rust voldoende! Ik let heel erg op wat ik drink en eet, vooral als ik weet dat ik back-to-back optredens ga hebben. Het vereist veel, maar ik probeer er ook van te genieten.”

Vreugde en blijdschap

Als gospelartiest heeft het leven voor Domini soms ook uitdagingen. Ze is een mooie jonge vrouw en daar willen mannen wel eens meer durven dan ze zelf wil. “Soms voel je direct dat iemand je benadert met een bijbedoeling. Ze willen je gewoon aanraken. We maken een en je wil je armen om me heen zetten. Dan geef ik beleefd maar duidelijk aan dat dat niet gaat gebeuren. Sommige heren durven echt, maar dan staat mijn vader daar, dan a klari”, giert Domini, terwijl haar vader glimlachend het hoofd schudt.

Ook zijn er christenen die menen dat zij niet op ‘wereldse podia’ moet staan. “Jezus kwam niet voor de heilige, goede mensen, maar voor zij die gebukt gaan onder smart en zonden. Dus mijn doel is ook om voor hen te zingen, dat iets in mijn muziek ze raakt. In God is er vreugde en blijdschap en dat ervaart men in mijn muziek, die ook altijd een diepe betekenis heeft.”

De zangeres bidt regelmatig tot God of zij wel of niet een bepaald optreden moet doen. “Wanneer ik op dat podium ga staan, moet ik weten wat ik op dat moment presenteer en dat is de eerlijkheid van de Here. Ik snap dat niet iedereen het begrijpt, maar ook ik heb een opdracht van God en ik wil Zijn wil blijven doen.”