Kavita Jiawan eerste mastergeschiedenis afgestudeerde aan Faculteit der Humaniora

door

Kavita Jiawan is op 10 juli 2025 als eerste masterstudent Geschiedenis aan de Faculteit der Humaniora afgestudeerd. Ze verdedigde met succes haar scriptie getiteld: “Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname: ontwikkeling of investering? Een casestudie naar de koloniale kennisproductie in Suriname”. Hiermee verwierf zij de academische titel Master of Arts in Geschiedenis.
In gesprek met Suriname suriname noemt Jiawan het feit dat zij als eerste de master afrondde, een toeval, maar dat het wel goed aanvoelt. In haar onderzoek richtte Jiawan zich op de oprichting van het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname (Celos) door de Landbouwhogeschool Wageningen (nu Wageningen University & Research – WUR). Het onderzoek vindt plaats over de periode 1965-1983 en wordt ook tegen de achtergrond van de ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog geplaatst.
De aanleiding voor haar scriptie lag in de hedendaagse discussies over de rol van universiteiten en onderzoeksinstituten uit voormalige kolonisatoren in hun koloniale verleden. “Mijn begeleider, dr. L. Schulte-Nordholt, doet momenteel onderzoek naar het koloniale verleden van de WUR. Celos is hierin een relatief onderbelicht aspect en werd toen voorgesteld. Ik moet wel erbij vermelden dat het perspectief van mijn onderzoek ik zelf heb uitgedacht. Ik wist vanaf het begin al hoe ik het wilde benaderen,” zegt ze.
Nederland verloor in de jaren ’40 en ’50 Nederlands-Indië als kolonie, en daarmee kwam het tropisch landbouwkundig onderzoek in gevaar. De Landbouwhogeschool zocht een alternatief en koos voor Suriname, waar men het tropisch landbouwkundig onderzoek kon voortzetten. Jiawan: “Ze hebben heel veel voordelen gehad en dat wilde ik bewijzen. Was het een investering in ons land of vooral in hun eigen landbouwonderwijs?”
Uit haar analyse blijkt dat de wetenschap die via Celos werd bedreven een moderne vorm was van koloniale kennisproductie. Jiawan stelt dat het instituut fungeerde als een koloniaal kenniscentrum dat in een nieuw jasje wetenschappelijk imperialisme diende. De koloniale geest en doelen bleven behouden, maar kregen een andere verschijningsvorm.
Een tweede bevinding is dat Celos meer voordelen opleverde voor de Landbouwhogeschool Wageningen dan voor Suriname. De opgedane kennis werd opnieuw ingezet in het Nederlandse landbouwonderwijs. “De koloniale cursussen van toen zijn nu volwaardige opleidingen geworden,” aldus Jiawan, die stelt dat de invloed van Wageningen tot 1983 merkbaar bleef.
Daarnaast werd een duidelijke afhankelijkheidsrelatie vastgesteld: Celos bleef financieel afhankelijk van Wageningen en ontwikkelingshulp. Er waren bovendien meer Nederlandse dan Surinaamse wetenschappers actief, en ondanks een lichte daling in stagiaires uit Nederland, bleven ze in de meerderheid. Jiawan wijst ook op de neokoloniale verhoudingen: financiële tekorten werden structureel aangevuld met middelen uit Nederland.
De uiteindelijke conclusie en antwoord op de hoofdvraag over hoe Celos is getransformeerd naar een Surinaams landbouwkundig onderzoekinstituut, is dat de transitie van Celos is uitgebleven. “Er werd beperkt voldaan aan de doelstellingen van Surinaams bestuur. Echt onderzoek gebaseerd op wat de lokale bevolking nodig had, en participatie van die bevolking, is niet waargenomen in de geraadpleegde bronnen”, zegt Jiawan.
De masteropleiding Geschiedenis startte in april 2022 en telde negentien studenten, allen vrouwen. Jiawan kijkt positief terug op de masteropleiding: “Ik heb geleerd om kritisch te schrijven, mijn eigen input te geven, analyserend te denken en breed te oriënteren bij onderzoek.” Ze beveelt de opleiding aan, juist omdat het een Surinaams product is dat bijdraagt aan onze eigen geschiedschrijving.
“Het helpt je niet alleen om te weten wat er is gebeurd, maar ook om verbanden te leggen en deel te nemen aan hedendaagse discussies.” Na haar master wil Jiawan graag verder onderzoek doen, blijven schrijven, en mogelijk het onderzoek over Celos voortzetten. Ze hoopt dat haar afstuderen een motivatie kan zijn voor haar medestudenten om hun studie succesvol af te ronden en hun doelen na te streven.