‘Kat let op de melk’ bij gronduitgiftebeleid

PARAMARIBO – Het grondbeleid in Suriname blijkt ernstig verziekt te zijn, met diepgewortelde corruptie die zowel de staat als de samenleving grote schade berokkent. Het probleem is zo omvangrijk dat de procureur-generaal meerdere keren contact heeft gezocht met de onderminister van Grondzaken om de situatie te bespreken. Interne obstakels binnen het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) belemmeren structurele verbeteringen, zo blijkt uit interne bronnen. Het ministerie kampt met een stortvloed aan rechtszaken, waarbij de dwangsommen tegen de staat inmiddels in de miljoenen lopen. In sommige gevallen verschijnen regeringsadvocaten niet eens in de rechtszaal om de belangen van de staat te verdedigen. Daarnaast blijven vonnissen vaak onuitgevoerd, deels door nalatigheid van ambtenaren, wat leidt tot verdere financiële verliezen. Er zijn zelfs sterke aanwijzingen dat ambtenaren bewust samenwerken met benadeelden om financieel te profiteren van oplopende dwangsommen.

Onderminister Sieuwkoemar Ramsukul van Grondzaken stelt dat er de afgelopen jaren talloze onrechtmatige gronduitgiftes hebben plaatsgevonden, waaronder ook onder het huidige kabinet. “We werken hard om dat recht te trekken”,  aldus Ramsukul. Diverse bereidverklaringen zijn inmiddels vervallen verklaard, maar er zijn nog veel zaken die moeten worden afgehandeld. Volgens Ramsukul worden veel misstappen veroorzaakt door grondinspecteurs die bewust onjuiste rapporten opstellen. Deze rapporten benadelen sommige grondaanvragers en bevoordelen anderen, vaak tegen betaling of uit vriendjespolitiek.Het ministerie is bezig met een intensieve herziening van het beleid, maar Ramsukul erkent dat de weg naar herstel lang en moeilijk zal zijn. “Er zal ook worden opgetreden tegen ambtenaren die hun verantwoordelijkheid niet nemen”,  stelt hij. Het is volgens de onderminister essentieel dat het vertrouwen in het gronduitgiftebeleid wordt hersteld en dat corruptie binnen het systeem stevig wordt aangepakt.

De situatie benadrukt de dringende noodzaak voor transparantie en controle binnen het grondbeleid, zodat de staat en haar burgers niet langer de dupe zijn van een systeem waarin ‘de kat op de melk let’.

…[+]