Kantonrechter oordeelt: CBB moet homo-stellen inschrijven in huwelijksregister

De kantonrechter heeft donderdag beslist dat twee homo-stellen zich mogen inschrijven als gehuwd in het huwelijksregister van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB). Vier eisers hadden een vordering ingesteld tegen de Staat Suriname – in deze het CBB – omdat de instantie weigerde om de twee echtparen op te nemen als gehuwden in huwelijksregister. Zij zijn in het buitenland getrouwd. Het CBB in Suriname kent geen huwelijken van hetzelfde geslacht.

De stellen werden bij aanbieding van hun huwelijksakten geweerd door het CBB. Nu de rechter vonnis heeft gewezen, moet de inschrijving binnen zeven dagen plaatsvinden. Ook is een dwangsom gekoppeld aan de uitvoer van het vonnis. De zaak werd in oktober 2023 ingediend bij de rechter.

De rechter heeft eerst naar de nationale wetgeving gekeken en kwam tot de conclusie dat er een leemte bestaat. Hierna is het verzoek getoetst aan internationale verdragen; er bleek een strijdigheid met die verdragen. De Staat moet ook werken aan de nationale wetgeving hieromtrent.

Het vonnis is bij voorraad uitvoerbaar: ongeacht als de Staat in hoger beroep gaat, moet het vonnis meteen uitgevoerd worden. Het is de eerste keer dat een dergelijk verzoek zich aandient, concludeerde de rechter.

Eerder oordeel van het Constitutioneel Hof

In januari 2023 kreeg ook het Constitutioneel Hof (CHof) een verzoek namens een koppel van hetzelfde geslacht, dat in Argentinië is getrouwd, maar geen toegang heeft tot de huwelijksrechten in Suriname zoals getrouwde hetero-koppels. Het CBB weigerde de inschrijving in het huewelijksregister. Het verzoek aan het CHof had betrekking op de schending van het recht op non-discriminatie; het recht op eerbiediging van het privéleven; het familie- en gezinsleven, zoals opgenomen in de Grondwet en internationale verdragen.

Het Chof interpreteerde artikel 80 SBW als een bepaling waarbij een huwelijk alleen tussen een man en een vrouw kan worden gesloten, en die bepaling aldus opvat als een gebod tot monogamie. Ook het CHof zei dat de bestaande huwelijkswetgeving dient te worden aangevuld. Uit bestudering van de relevante documenten is gebleken, dat de erkenning van de rechten van de LGBTIQ+ in Suriname bezig zijn te evolueren. Derhalve kan gesteld worden dat deze rechten langzaam aandacht krijgen in de samenleving.

Het CHof oordeelde daarom dat het besluit van het CBB om het verzoek tot overschrijving af te wijzen in het register van huwelijken, niet in strijd is met de artikelen 8 en 17 lid 1 van de Grondwet.

..