‘Kabinetscrisis compleet, slechts machtswellust houdt regering in het zadel’

door Wilfred Leeuwin
PARAMARIBO — “Er is simpelweg sprake van een kabinetscrisis. Het beleid wordt niet langer door alle coalitiepartners ondersteund. Alleen de VHP verdedigt het beleid, terwijl de andere coalitiepartners zich daartegen hebben gekeerd”. Tot die conclusie komt fractievoorzitter Ronnie Asabina van de BEP, tijdens de Algemene Politieke Beschouwing (APB), die worden gehouden in het parlement.

“Van de beloofde nieuwe elan in de politiek, nieuw leiderschap, eenheid in beleid en bestuur, is niets terecht gekomen. Het is, zoals de recente ontwikkelingen dat hebben aangetoond, alleen machtsbehoud van de coalitiepartners die de regering nog in het zadel houdt. “We zijn van een crises in een complete stress, op alle gebieden beland”

‘Het is volgens de spreker ongehoord dat nog geen half jaar voor de verkiezingen er onderministers worden benoemd, maar dan puur om partijpolitieke belangen te behartigen en andere partners in de coalitie een hak te zetten’

Asabina zegt dat wanneer de balans wordt opgemaakt het opmerkelijk is aan welke kenmerken de coalitie voldoet. “We moeten in alle eerlijkheid, openheid en oprechtheid constateren dat er wel degelijk een nieuw soort leiderschap is geïntroduceerd, een van animositeit, wantrouwen, rivaliteit, chantage en arrogantie.”
Het is een leiderschap van een coalitie met meerdere kabinetten, die zich heeft vertaald in een bestuursstijl van machtsconcentratie. “Corruptie, vriendjes politiek, powerplay, friends and family, verdeeldheid, uitsluiting, obstructie, misleiding, miskenning, afgunst, jaloezie, irritatie, vingerwijzing; een cultuur van ‘ mi- na- a -man ( I am the man), een cultuur van harde taal, als over my dead body en spierballen provocatie. Al deze ontwikkelingen zijn als een kinderspel te vinden in het beleid van de regering”, zei de BEP-fractieleider.
Ministerie oil & gas
Hij wijst erop dat vanaf het begin van deze coalitie na de verkiezingen van 2020 alle ministeries en ook de kabinetten van de president en dat van de vicepresident zijn hervormd. Maar dan alleen met het primaire doel partij loyalisten te accommoderen. Ongekend in de wereld is dat het ministerie van ‘oil and gas’ dood werd geboren. Het is volgens de spreker ongehoord dat nog geen half jaar voor de verkiezingen er onderministers worden benoemd, maar dan puur om partijpolitieke belangen te behartigen en andere partners in de coalitie een hak te zetten.
“We kunnen er geen touw aan vastbinden, maar het moet heten een nieuwe elan in de politiek. Leiderschap dat zou uitbinken in beleid. Echter is de samenleving opgezadeld met een gedwongen huwelijk, waar vanaf het begin sprake is van scheiding van tafel en bed met een coalitie die hopeloos erbij staat en afbrokkelt. Ons gezond verstand zegt ons dat de partners ABOP en VHP spijt hebben van deze samenwerking in dit schijnhuwelijk.” Het is volgens Asabina opmerkelijk hoe een coalitiepartner de martelaar of slachtofferrol op zich neemt in een poging kiezers voor zich te winnen.
Polarisatie
Verbondenheid en voor elkaar zorgen zijn in deze regeerperiode volgens de BEP-voorman niet meer zoals vroeger de hoeksteen van de samenleving. “Wat we meemaken is etnische en culturele polarisatie en wat zich in de top voltrekt sijpelt door naar beneden, deze bestuursstijl is immoreel, onbehoorlijk, puberaal en vals. “Kortom er is geen klimaat van liefde en verbondenheid. Dit heilloze pad moet worden verlaten omdat het niet Surinaams is”
Armoede
Voor wat betreft het beleid zegt Asabina dat armoedebestrijding totaal geen prioriteit is bij de regering. Wat de regering ook opsomt aan sociale maatregelen, schijnt niet juist te zijn omdat steeds meer huishoudens in de problemen komen. De inflatie is nog altijd hoog, de koopkracht laag, terwijl de kwaliteit van het leven vooral op de gebieden van gezondheidszorg, onderwijs en nutsvoorzieningen heel laag is.
De leefbaarheid is onder de huidige coalitie niet toegenomen. In tegendeel stelt het beleid van de regering de samenleving bloot aan verschillende ziektes, het vermindert de arbeidsproductiviteit en is het een voedingsbodem voor oneigenlijke handelingen. Asabina zegt dat de regering miskent dat het vastgestelde minimumloon en de armoedegrens ver beneden de sociale limiet is, ook steunpakketten schijnen niet te helpen. “Per saldo hebben wij nog steeds te maken met koopkrachtverlies”, zegt Asabina.
Dankbaar
De regering zou volgens hem het bedrijfsleven dankbaar moeten zijn. “De realiteit is dat het bedrijfsleven, door de daling van reëel lonen en stijging van tarieven voor openbare diensten, zoals energie water en veiligheid, de belastingkosten niet volledig doorrekend in de consumentenprijzen. Het bedrijfsleven heeft haar winstmarge niet vergroot maar het handmatig gehouden”.
Asabina meent dat het sociaalbeleid van de regering dringend aan revisie toe is. Het rekenmodel is simplistisch en al lang achterhaald. Het sociaal minimum is niet effectief en biedt geen bestaanszekerheid. Zo moeten de voorwaarden om in aanmerking te komen voor sociale bijstand beter worden afgestemd op hedendaagse aspecten die de armoede beïnvloeden.