Kabinet President ontkent berichten over brandstof binnenland en salarissen personeel Huize Ashiana

De Communicatie Unit van het Kabinet van de President ontkent berichtgeving over de personeelsbetalingen van Huize Ashiana en de stopzetting van de brandstofvoorziening naar het binnenland. Vicepresident Ronnie Brunswijk zei deze week dat de stopzetting van de brandstoflevering aan het binnenland een directe opdracht was van president Chan Santokhi. Ook zei Brunswijk dat, hoewel er een personeelstekort was bij Huize Ashiana, er nu meer dan zestig mensen zijn aangenomen, maar nog niet zijn uitbetaald omdat president Santokhi nog geen goedkeuring had gegeven voor de betaling van deze medewerkers.
Op vrijdag 31 januari 2025 vond een vergadering plaats van de presidentiële werkgroep ter ondersteuning van sociale instellingen. Tijdens deze bijeenkomst bracht de directeur van Huize Ashiana naar voren dat de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting een brief heeft gericht aan de president over de situatie van nieuwe medewerkers die al geruime tijd werkzaam zijn zonder hun salaris te ontvangen. Vanuit het Kabinet van de President werd aangegeven dat deze kwestie reeds in behandeling is.
Na afloop van de vergadering begaf een groep medewerkers van Huize Ashiana zich naar het Kabinet van de President, waar de voorzitter van de werkgroep, Harold Pultoo, de medewerkers toesprak en de stand van zaken toelichtte. Er is dus geen opdracht gegeven door de president om de salarissen van medewerkers van Huize Ashiana niet uit te betalen.
Het ministerie van Financiën en Planning voert momenteel de gebruikelijke administratieve toetsing uit om te verzekeren dat alle personeelsuitgaven correct worden verantwoord en binnen de begrotingsruimte passen. Deze procedure is standaard en noodzakelijk om transparantie en rechtmatigheid in overheidsuitgaven te garanderen.
Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft zelf aangegeven niet te weten waarom de betalingen nog niet zijn verwerkt. Dit bevestigt dat het ministerie van Financiën en Planning de reguliere controle uitvoert, zoals gebruikelijk bij nieuwe aanstellingen binnen de overheid.
Ten aanzien van de brandstofvoorziening naar het binnenland is het van belang te benadrukken dat in het gesprek tussen de vicepresident en de directeur van Staatsolie niet is aangegeven dat de president een besluit heeft genomen tot stopzetting van de leveringen. Uit correspondentie blijkt dat het ministerie van Financiën en Planning in een brief heeft aangegeven dat bepaalde betalingen niet langer uit de begroting kunnen worden gedekt.
In dit kader worden gesprekken gevoerd om een passende en duurzame oplossing te vinden, zodat de energievoorziening in het binnenland gewaarborgd blijft. Er is geen opdracht gegeven door de president om de brandstofvoorziening naar dorpen in het binnenland stop te zetten. De regering werkt actief aan oplossingen om de continuïteit van energievoorziening in het binnenland te waarborgen. Staatsolie speelt hierin een belangrijke rol en er wordt gezocht naar efficiëntere distributiemethoden om eventuele leveringsproblemen structureel aan te pakken.
Met betrekking tot de vergoedingen voor de medewerkers van het Directoraat Nationale Veiligheid (DNV) wordt benadrukt dat de financiële afhandeling hiervan onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde instanties valt. Dit onderwerp wordt reeds besproken binnen de Veiligheidsraad, waarnaar verdere besluitvorming zal volgen.