Kabinet president: Inwerkingtreding nieuw Burgerlijk Wetboek vindt voortgang op 1 mei 2025

door

PARAMARIBO — “Na diepgaande consultaties en bekomen adviezen binnen de rechtsgemeenschap heeft president Santokhi het besluit genomen dat de inwerkingtreding van het nieuwe Burgerlijk Wetboek op 1 mei 2025 voortgang zal plaatsvinden.” Dat meldt het kabinet van de president daarnet in een persbericht.

Het staatshoofd had op 28 april bekendgemaakt dat hij het vonnis van de kortgedingrechter zou afwachten en advies zou inwinnen bij de begeleidingscommissie nieuw Burgerlijk Wetboek, voordat hij een besluit zou nemen over de inwerkingtreding op 1 mei. Onder meer de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven had bij de president gepleit om het nieuwe BW later te laten ingaan.ADVERTISEMENT

Kortgedingrechter Clayton Wallerlei heeft de Federatie van Paraplantages eerder op de dag niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek de inwerkingtreding te schorsen of op te schorten. Ook zegt het kabinet dat Santokhi zich uitvoerig heeft gebogen over de binnengekomen verzoeken van uitstel en heeft hij belangrijke beroepsinstituten binnen de rechtspraktijk geraadpleegd.

Volgens het kabinet hebben de rechterlijke instituten en de begeleidingscommissie, die bestaat uit leden van het Hof van Justitie en de Surinaamse Orde van Advocaten, met consultaties van de Anton de Kom Universiteit van Suriname en de Surinaamse Notariële Beroepsorganisatie, allen geadviseerd om de nieuwe wetten op 1 mei 2025 normaal in werking te laten treden. “Het Hof van Justitie, de Surinaamse Orde van Advocaten, de Surinaamse Notariële Beroepsorganisatie noch overige belangrijke beroepsinstituten binnen de rechtspraktijk, waaronder de Anton de Kom Universiteit van Suriname en het MI- Glis, zien bezwaren met de inwerkingtreding van het nieuwe BW”, stelt het kabinet.

De Begeleidingscommissie heeft aangegeven dat zij zich wenst te buigen over de uitdagingen die de beroepsgroepen zullen ervaren bij de inwerkingtreding en bieden aan om waar nodig adviezen aan te dragen om deze uitdagingen tot het verleden te laten horen. Haar concrete voorstel is dat de VSB en de Vereniging van Medici in Suriname, de uitdagingen, gerelateerd aan de inwerkingtreding, in afstemming met de president van het Hof van Justitie, delen met de begeleidingscommissie, zodat deze van advies kan dienen.

Ze benadrukt dat het bijscholingstraject een voortdurend proces is, wat inhoudt dat ook na 1 mei, dit traject moet worden voortgezet. Hoe sneller de inwerkingtreding plaatsvindt, des te sneller de diverse beroepsgroepen tot bijscholing zullen overgaan, is de mening van de commissie.