Jeugdplatform en NJSS-BOS bespreken studentenkwesties met Nationale Ontwikkelingsbank

door

In de vergaderzaal van het presidentieel paleis vond onlangs een kennismakingsgesprek plaats tussen het Jeugdplatform, vertegenwoordigd door ondervoorzitter Jason Saiman, en Hakiem Lalmahommed, onderdirecteur van het Nationaal Jeugd Instituut (NJI), samen met jeugdraadsleden en deskundigen van de Nationale Ontwikkelingsbank (NOB). Zij spraken met de Nationale Jongeren, Scholieren en Studenten Belangenorganisatie Suriname (NJSS-BOS) onder leiding van voorzitter Henk Sacco.
Tijdens de bijeenkomst bracht NJSS-BOS enkele urgente kwesties naar voren waarmee studenten momenteel te maken hebben. Sacco wees onder andere op de slechte staat van klaslokalen op diverse scholen, het tekort aan lesmaterialen op het Natin, hygiëneproblemen op bepaalde locaties en gebrekkige verlichting op de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS). Daarnaast werd specifiek aandacht gevraagd voor studenten uit het binnenland, die extra uitdagingen ervaren wanneer ze in de stad moeten studeren.
Ondanks de beperkte middelen, gaf Lalmahommed aan dat de regering voor bepaalde projecten toch financiering beschikbaar stelt, met een maximum van SRD 20.000 per project. Bovendien deelde Aruna Ramdien namens de NOB mee dat er via de regeling “Financiële Tegemoetkoming Studenten” financiële steun mogelijk is voor studenten. Hiermee kunnen studenten uit het voortgezet onderwijs, hoger beroepsonderwijs en universiteiten respectievelijk 70 procent tot 50 procent van hun inschrijfgeld terugkrijgen.
Saiman bedankte de studenten voor hun inzet en betrokkenheid bij het aankaarten van deze uitdagingen. Hij benadrukte dat de regering, onder leiding van president Chan Santokhi, het belang inziet van studenten voor de toekomst van Suriname.
Elke studierichting draagt bij aan de wederopbouw van het land. Ook verzekerde hij dat de regering, in het licht van de opkomende olie- en gasontwikkelingen, de nodige ondersteuning zal blijven bieden om zoveel mogelijk kansen voor Surinaamse burgers te creëren en lokaal talent te stimuleren.