Jeugdige voetbaldroom botst door gebrek aan sportfaciliteiten – Jeugd- en Sportbeleid moet anders 

In een rustige woonwijk in Kwatta, waar het gras het asfalt  overwoekert, woont Djayden ( 13), een goede leerling op school en jeugdvoetballer met een passie. Hij heeft grote dromen en wil profvoetballer worden, net als zijn idolen Vinicius Junior en Cristiano Ronaldo. Maar om dat te bereiken moet hij niet alleen genoeg discipline hebben, maar ook creatief zijn, want goede voetbalvelden zijn er nauwelijks in zijn buurt, en het sportbeleid voor jongeren vindt hij gewoon slecht, omdat er nauwelijks sportaccommodaties en  speeltuinen zijn.

Djayden speelt bij de U-14 van een SVB Jeugdteam. Twee keer per week traint hij onder begeleiding in het Franklin Essed  stadion. “ Dat is niet genoeg”, zegt hij vastbesloten. “Als je prof wilt worden, moet je zelf ook  veel trainen.” Daarom heeft hij zijn voortuin omgetoverd tot een mini-trainingsveld, waar hij dagelijks oefent op techniek, snelheid en balcontrole. 

Ook doet hij aan lichte krachttraining om zijn lichaam soepel en fit te houden. “Als ik wil oefenen moet ik het thuis doen”, zegt hij. “Er is hier in de buurt geen enkel veldje waar we kunnen voetballen.” 

Zijn verhaal is geen uitzondering. In veel kinderrijke  woonwijken zijn sportaccommodaties schaars of slecht onderhouden. Jongeren met ambitie en talent moeten vaak zelf op zoek naar alternatieven. Zijn boodschap aan de overheid is duidelijk: “Geef jongeren een kans. Bouw meer velden, maak meer ruimte voor sportontwikkeling. Wij willen vooruit komen in de sport. Help ons daarbij.”

Dat het Willebrord Axwijk sportveld, het voormalige SOSIS, er totaal verwaarloosd uitziet, vindt hij verschrikkelijk. Hij heeft daar ook aan voetbal en atletiek gedaan.

Tot die tijd blijft Djayden oefenen, op elke plek waar hij kan. Echte dromers geven niet op. Zelfs niet als het veld ontbreekt.