Investeerders in New York?

DE DIASPORAGEMEENSCHAP IN New York heeft enkele dagen geleden wederom president Chandrikapersad Santokhi op bezoek gehad, die momenteel de 79ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bezoekt. Je zou eigenlijk bewondering voor het staatshoofd moeten hebben dat hij ten overstaan van de vroegere landgenoten na vier jaar nog steeds dezelfde – inmiddels grijsgedraaide – langspeelplaat afspeelt.
Hij vertelde bijvoorbeeld vol overgave dat Suriname een aantrekkelijke bestemming is voor buitenlandse investeringen en zakelijke partnerschappen. Je kunt je afvragen of hij dat na al die jaren zelf nog gelooft. Want het moet hem inmiddels wel duidelijk geworden zijn dat de investeerders niet in de rij staan om naar Suriname te komen.

Het is onvoorstelbaar dat de president in New York zich zo uitslooft en weer zijn verkooppraatje over Suriname afsteekt, terwijl hij weet dat investeerders totaal geen behoefte hebben hun geld in het land te stoppen

Hij garandeerde de bevolking voor de verkiezingen van 2020 dat investeerders uit alle hoeken van de wereld massaal hun geld naar Suriname zouden brengen als de VHP zou winnen. Na zijn overwinning herhaalde hij dat nog vele malen en het ministerie van Buitenlandse Zaken werd zelfs uitgebreid met International Business en Internationale Samenwerking, waarmee zeker 150 investeerders zouden worden binnengehaald. Die hadden volgens de beweringen van het staatshoofd hem allemaal toegezegd in projecten te komen investeren.
Maar vier jaar later is er nog geen enkele grote vis binnengehaald en degenen die zouden investeren, bleken de boel te bedonderen. Zoals het Deense HPSG met de waterstoffabriek in Commewijne en de dubieuze Amerikaanse Phoenix Development Company, waar de regering vijftienhonderd hectare grond aan heeft gegeven.
In ruil waarvoor zouden zij miljarden US dollars investeren in een moderne diepwaterhaven, de Port of Nickerie. Santokhi gaf een kleine twee jaar het startsein, maar tot op heden is er nauwelijks wat gebeurd. Tegen dat licht is het onvoorstelbaar dat de president in New York zich zo uitslooft en weer zijn verkooppraatje over Suriname afsteekt, terwijl hij weet dat investeerders totaal geen behoefte hebben hun geld in het land te stoppen.
Santokhi zou er beter aan doen grondig te onderzoeken waarom ze wegblijven. Hebben ze geen vertrouwen in het corrupte beleid waar deze regering inmiddels om bekend staat of is het vanwege het ontbreken van een gedegen ontwikkelingsvisie voor als de oliewinning echt op gang komt?
Of zijn er misschien andere factoren die meespelen? Maar waar de regering geen weet van heeft omdat men zich met een soort tunnelvisie helemaal blindstaart op wat de olie Suriname – en mogelijk henzelf – kan brengen. Het opvallend lange verblijf in New York van Santokhi en zijn delegatie rond de tweedaagse VN-vergadering is op deze manier volstrekt zinloos en zonde van het geld. Daardoor kan een deel van de reis vooral worden beschouwd als een nutteloos snoepreisje, dat helemaal niets oplevert.