Inschrijven voor Staatsolie-obligatie kan vanaf USD 100/euro 100

Staatsolie heeft onlangs de Staatsolie-obligatie 2025-2033 aangekondigd, beschikbaar in zowel USD als euro, met een looptijd van acht jaar. De rente is voor de USD-obligatie vastgesteld op 7,75 procent en voor de euro-obligatie 7,25 procent. De obligatie treedt in werking op 23 maart 2025.
Om brede deelname te stimuleren, kunnen lokale investeerders inschrijven vanaf 100 USD of 100 euro. Voor grotere investeerders in Suriname, Curaçao en Sint Maarten is een coupure van 30.000 dollar beschikbaar. De inschrijvingsperiode loopt van 3 februari t/m 25 februari, met toekenning op 10 maart en betalingen tussen 10 en 18 maart.
Volgens Staatsolie wordt het inschrijven eenvoudig gemaakt en kan dit online of via elke bank in Suriname.
De Surinaamsche Bank (DSB) fungeert als lead arranger, terwijl de obligaties verhandelbaar zijn op de Dutch Caribbean Securities Exchange (DCSX) en de Suriname Stock Exchange (SSX).
Financiering van Surinames eerste offshore olieproductieveld
De opbrengsten van de obligatie-uitgifte zullen bijdragen aan de financiering van het 2,4 miljard dollar aandeel van Staatsolie in het GranMorgu-project. Dit project, het eerste offshore olieproductieveld van Suriname, wordt ontwikkeld binnen het productiedelingscontract met TotalEnergies, dat een belang van 50 procent heeft, naast APA Corporation (50%). Het project, gelegen in Blok 58, omvat de olievondsten Sapakara en Krabdagu en wordt geschat op ruim 750 miljoen vaten winbare reserves. De eerste olie wordt tegen 2028 verwacht, met een beoogde productie van 220.000 vaten per dag via een Floating Production Storage and Offloading (FPSO)-eenheid. De totale investering bedraagt 12,2 miljard dollar. Staatsolie maakte eerder bekend, dat deze obligatie-uitgifte niet alleen helpt bij de financiering van het GranMorgu-project, maar ook dient om eerdere Staatsolie-obligaties (2020-2025 en 2020-2027) te herfinancieren, waarmee eerder 195 miljoen USD werd opgehaald.
Overeenkomst Suriname gunstig in vergelijking met Guyana
Het Surinaamse contract met TotalEnergies omvat een royalty van 6,25 procent, een winstverdelingsformule die inspeelt op hogere olieprijzen en een stabiel belastingtarief van 36 procent. Dit wordt als gunstiger beschouwd dan de voorwaarden van Guyana’s productieovereenkomst met ExxonMobil. De directeur van Staatsolie, Annand Jagesar, heeft eerder kritiek geuit op de Guyanese overeenkomst, waarin Exxon een lage royalty van 2 procent betaalt, geen belastingen afdraagt en 75 procent van de olie-inkomsten gebruikt om kosten terug te vorderen. Hierdoor heeft Guyana een bescheiden winstaandeel van 50 procent. De Guyanese vicepresident Bharrat Jagdeo erkende dat Suriname betere voorwaarden heeft weten te bedingen en gaf de vorige regering de schuld van de zwakke deal met Exxon. Hoewel Guyana sindsdien via wetgeving en infrastructuurprojecten probeert meer voordeel te halen uit de oliesector, heeft het land geen afschermingsbepaling ingevoerd. Hierdoor kan Exxon winsten uit bestaande olieprojecten gebruiken om verdere exploratie en ontwikkeling te financieren, zonder dat Guyana daar direct profijt van heeft.
Met deze strategische obligatie-uitgifte en gunstige contractvoorwaarden zet Suriname een belangrijke stap in de ontwikkeling van zijn offshore oliesector en versterkt het zijn positie als opkomende speler in de regio.
The post Inschrijven voor Staatsolie-obligatie kan vanaf USD 100/euro 100 ..

...