Inheemse gebruiken en tradities verwateren

Inheemse gebruiken en tradities staan onder druk van verdwijning door zowel interne als externe factoren, waaronder de invloed van modernisering en opgelegde religie. Hoewel traditionele elementen, zoals kleding en rituelen in sommige gevallen zijn geëvolueerd of zelfs verdwenen, blijft de essentie van deze gebruiken diep geworteld in de cultuur van inheemse gemeenschappen.
Tekst en beeld Kevin Headley

Ouderen, onder wie kapitein van Galibi, Ricardo Pane van Galibi en zijn vrouw tevens cultuurkenner Greta, stellen dat de sleutel tot het behoud van deze tradities ligt in de actieve en bewuste overdracht van kennis aan jongere generaties. Dit kan bijvoorbeeld door activiteiten, zoals het Miss Inheemse-contest, waarbij  het streven is de inheemse identiteit als basis voor de toekomst van de deelneemsters te benadrukken.

“Wanneer jongeren jong zijn, willen ze deze zaken niet leren, maar wanneer ze ouder zijn, hebben ze daar spijt van”
Kapitein Ricardo Pane
Zonder deze en andere inspanningen dreigt een belangrijk deel van de inheemse identiteit verloren te gaan. Het is daarom heel belangrijk dat ook de ouderen van inheemse groepen zich inzetten om de rijke symboliek en rituelen vast te leggen en door te geven. Hierdoor worden ze niet slechts herinneringen, maar levendige elementen van een cultuur die zichzelf blijft vernieuwen en versterken.
Kleuren en kralen
Vandaag de dag dragen inheemsen broeken, jurken en schouderdoeken versierd met motieven en kralen. Opvallend zijn ook felle kleuren, zoals rood en geel. In recente jaren zijn er ook moderne ontwerpen ontstaan, omdat mensen willen ‘meegaan met de tijd’. “Vroeger droegen de inheemsen voornamelijk een lendendoek”, vertelt Greta Pane aan de Ware Tijd.
De inheemsen maakten lendendoeken, vaak van natuurlijke materialen die in hun omgeving beschikbaar waren, zoals bast- en plantaardige vezels en dierlijke materialen. “Daarnaast gebruikten ze een schouderdoek, de zogenoemde angêsah, maar deze was eenvoudig. Hiermee bezochten ze hun buren. Later begonnen ze touw in de doeken te verwerken. De toevoeging van versieringen, zoals bolletjes, gebeurde pas later, vooral tijdens feesten, om de kleding op te fleuren.”
Feestelijke kleding werd vooral gedragen wanneer de rouwperiode eindigde. “Door de jaren heen kwamen er steeds meer mensen naar de dorpen en zij brachten spullen mee, zoals kralen, die vervolgens werden verwerkt in de kleding. Ook namen ze kleurrijke stoffen mee, wat zorgde voor een diversiteit aan kleuren in de traditionele kledij. Zo zijn de jurken en doeken met touw en kralen ontstaan”, legt Pane uit.
Moderne kleding heeft ook zijn intrede gedaan: meisjes dragen vaak een jurk en mannen een broek, terwijl de angêsah door beide geslachten wordt gedragen. Bij mannen is de angêsah minder kleurrijk.
In de rouwperiode dragen inheemsen geen speciale kleding, maar na afloop wordt er bijzondere kleding gemaakt om deze periode af te sluiten en te feesten. Dit is een intensief proces, waarbij veel aandacht wordt besteed aan de schoonheid en kwaliteit van de kleding.
Ook belangrijk zijn de lichaamsbeschilderingen, die na de rouwperiode worden aangebracht. “Na twee weken verdwijnen de schilderingen, wat wordt gezien als een teken dat het lichaam weer ‘schoon’ is. Deze beschilderingen hebben diepe betekenissen en worden daarom aangebracht door de ouderen van het dorp, omdat zij de symboliek begrijpen.” Pane benadrukt dat het belangrijk is om te weten wat deze beschilderingen op het lichaam betekenen.
Mierenproef
Veel inheemse rituelen hebben een diepgaande betekenis. Kapitein Ricardo Pane betreurt het dat veel tradities verloren dreigen te gaan, omdat de ouderen de kennis niet snel genoeg doorgeven aan de jongere generaties. Een voorbeeld hiervan is de mierenproef, een ritueel dat nauwelijks nog wordt uitgevoerd: mieren worden op het lichaam van een jongere aangebracht om te zien of hij de pijn van de bijtende mieren kan verdragen. De persoon mag geen teken van pijn laten blijken.
Dit ritueel, vaak gezien als een coming-of-age-ceremonie, had als doel om gedrag positief te beïnvloeden en de deelnemers dichter bij de natuur te brengen. Ricardo Pane heeft zelf de mierenproef doorstaan toen hij in de twintig was. Hij was niet bang. “Wat is pijn, wat doet geen pijn in de wereld? Het is maar voor even dat je pijn hebt, net als bij een injectie. De mier bijt niet, maar deelt een prik uit. Het is ook een deel van je cultuur; je moet het kennen. Je kunt geen kapitein zijn als je geen kennis draagt van je cultuur. Het bevordert veel zaken, zowel mentaal als fysiek.”
In het dorp Galibi wordt de mierenproef alleen nog uitgevoerd bij de inwijding van een sjamaan. “Daar kom je niet onderuit”, legt Pane uit. De proef bevordert onder meer de creativiteit en wordt gedaan met een speciale mierensoort bij de inheemsen aan de kust, namelijk de juku.
Deze mier wordt niet zomaar gevangen; hij wordt op …