India ambieert de rol van ‘fabriek van de wereld’, maar interne uitdagingen belemmeren deze potentie

door

Zelfs voordat president Donald Trump de geplande importheffingen voor 75 landen (uiteindelijk bijgesteld naar 10 procent) opschortte, zagen Indiase exporteurs en producenten al de voordelen van hogere tarieven. De Indiase maakindustrie groeit trager dan de overheid wenst, maar Trumps oorspronkelijke importheffingen leken India plotseling tot de meest aantrekkelijke productielocatie in de regio te maken.
Ondanks het uitstel van de hogere heffingen blijft het optimisme in India bestaan. Economen zijn voorzichtig optimistisch over India’s kansen in deze turbulente tijden. Cruciaal is echter dat het land snel hardnekkige obstakels wegneemt die de snelle groei van sectoren als textiel, metaal en elektronica nu nog tegenhouden.
Kansen door Trumps heffingenIn de eerste versie van Trumps heffingenplan kwam India er relatief gunstig uit met een tarief van 27 procent, aanzienlijk lager dan dat van concurrenten als Bangladesh, Vietnam en Taiwan. Dit verhoogde de aantrekkelijkheid van India als importbron. De Times of India meldde dat eind maart vijf vliegtuigen vol iPhones vanuit de Foxconn-fabriek in Chennai naar de Verenigde Staten vlogen, een productieverhoging inclusief zondagsarbeid om de Chinese importheffingen te omzeilen.
Econoom Sanjay Kathuria stelt dat China, India’s grootste concurrent, zwaar getroffen wordt, waardoor in theorie alles wat daar geproduceerd wordt nu, in ieder geval voor de Amerikaanse markt, door andere landen overgenomen kan worden.
De ambitie: fabriek van de wereldIndia, momenteel de vijfde economie ter wereld, ambieert een plaats in de top drie. Hiervoor is een verschuiving van de landbouw (waar meer dan de helft van de bevolking werkzaam is) naar de industrie noodzakelijk, naar Chinees voorbeeld. Kathuria benadrukt dat dit een uitdaging is, aangezien China een derde van de wereldwijde fabrieksproductie voor zijn rekening neemt, wat een divers en complex systeem vereist om te evenaren.
Make in India: doelen en realiteitSinds zijn aantreden in 2014 streeft premier Modi naar economische groei door de productiesector uit te breiden met behulp van binnen- en buitenlandse investeringen in hightechproductie. Het ‘Make in India’-initiatief beoogt honderd miljoen banen te creëren en de werkloosheid te bestrijden.
Er werd 23 miljard dollar geïnvesteerd om het aandeel van de maakindustrie te verhogen tot een kwart van het bbp. Het afgelopen fiscale jaar bleef dit echter steken op 14 procent, zelfs 1 procentpunt lager dan tien jaar geleden. Volgens Kathuria komt dit doordat de arbeidsintensieve productie niet groeit.
Noodzaak tot obstakelverwijderingOm een grotere rol in de wereldwijde goederenhandel te spelen, moet India diverse obstakels aanpakken. Een prioriteit is het verlagen van de hoge eigen importheffingen, bijvoorbeeld op chemicaliën. Econoom Alicia Garcia Herrero van het Bruegel Instituut in Brussel stelt dat India vaart moet zetten achter het vrijhandelsakkoord met de EU, waar sinds 2013 aan gewerkt wordt, om heffingen op goederen uit de EU te verlagen.
Ondanks de bevolkingsomvang van 1,4 miljard is een ander probleem de relatief kleine en laagopgeleide beroepsbevolking. Kathuria merkt op dat India meer inwoners heeft dan China, maar minder arbeidskrachten doordat een groot deel van de vrouwen thuis zit, wat een enorm onbenut potentieel is (slechts 33 procent van de vrouwen werkt).
Ten slotte wijst Kathuria op de noodzaak om de productiviteit van de industrie aanzienlijk te verhogen door betere toepassing van technologische innovatie om concurrerend te worden. Dankzij investeringen in infrastructuur en het verminderen van bureaucratische rompslomp staat India er nu beter voor dan tijdens Trumps eerste termijn.
Garcia Herrero verwacht dat India zich eerst zal richten op een handelsovereenkomst met de VS, maar ziet de EU daarna als een interessante partner vanwege de potentiële investeringen in de maaksector, bijvoorbeeld vanuit de Duitse auto-industrie.