Inclusieve wet- en regelgeving als instrument tegen suïcide

Suriname beschikt over veel gedocumenteerde en gevalideerde informatie die gebruikt zou kunnen worden voor het maken van goede en effectieve wet- en regelgeving. Dat die informatie vaak niet gebruikt wordt bij het maken van wetgeving, heeft deels ermee te maken dat die informatie over het algemeen niet gedigitaliseerd is en/of ergens vergeten in een lade ligt, waardoor die moeilijk toegankelijk is. Maar veelal heeft het ermee te maken dat er geen interesse en/of de wil is om op zoek te gaan naar zoveel mogelijk informatie om een goed product te kunnen leveren. De hierboven geschetste situatie is de aanleiding voor dit artikel, geschreven in het kader van de Mental Health maand in Suriname.

Al decennialang worstelt Suriname met zorgwekkend hoge suïcidecijfers. Het suïcide- of zelfdodingsvraagstuk is gebleken groot, complex en hardnekkig te zijn. Zelfdoding heeft sociale, economische, medische, ethische, juridische en politiek-bestuurlijke oorzaken. Daarom moet de aanpak ervan heel hoog op de prioriteitenlijstjes van deze vakgebieden staan. Dus ook bij het maken van wet- en regelgeving.

Wet- en regelgeving ordent de samenleving door onder andere zekerheid aan eenieder te geven om een menswaardig leven te kunnen leiden. Maar dat neemt niet weg dat wet- en regelgeving ook het ongewenste effect van ontwrichting van het leven van individuen, de samenleving of gedeelten daarvan kan hebben. Om dat ongewenste negatieve effect te voorkomen moet de werking van wet- en regelgeving gemonitord, geëvalueerd en waar nodig aangepast worden. Deze taak rust op de rechter en de wetgever.

In het verleden hebben de wetgever en de rechter al ingegrepen bij wetgeving met negatieve effecten op de samenleving. Denk aan de opheffing van de handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouwen in 1981 en de expliciete strafbaarstelling van discriminatie op grond van iemands seksuele geaardheid in 2015. Ook de beslissingen van de kantonrechter en het Hof van Justitie dat de naams- en geslachtsaanduiding van transgenders gewijzigd moet kunnen worden in de openbare burgerregisters. Ook het Constitutioneel Hof heeft geoordeeld dat het personen- en familierecht gelijk moet gelden voor LGBTQI- en heteropersonen. En het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens heeft beslist dat het recht op een menswaardig bestaan en op het familie- en gezinsleven gelijk moet gelden voor LGBTQI- en heteropersonen.

Inclusieve wet- en regelgeving omarmt diversiteit en moet ongewenste ongelijkheden wegmaken door een weerbare, veilige, gezonde en productieve samenleving te creëren waarin eenieder op gelijke voet en op een menswaardige wijze naar eigen inzichten en potentie kan leven. Daarbij dienen delen van de samenleving die kwetsbaar zijn voor discriminatie versterkt te worden.

Suriname is een zeer diverse samenleving met een mooie en een donkere kant. Diversiteit blijkt namelijk een voedingsbodem te zijn voor discriminatie, één van de factoren die bijdraagt aan het hoge percentage van zelfdoding in Suriname. Tot nu toe zijn de uitdagingen van onze diverse samenleving nog onvoldoende geadresseerd door nationale inclusieve wet- en regelgeving. Ook het op 13 augustus 2024 aangenomen herziene Burgerlijk Wetboek schiet daarin tekort.   In juni 2016 heeft het ministerie van Volksgezondheid in het Nationaal Preventie- en Interventieplan 2016-2020 uiteengezet waarom discriminatie één van de potentiële risico’s vormt voor zelfdoding in Suriname. En dat met name voor LGBTQI-personen. De uiteenzetting is gedaan op basis van een aantal verrichte onderzoeken. Zo blijkt uit onderzoek van 2015 dat maar liefst 13,5% van mannen in Suriname die seks hebben met mannen (MSM) zelfdodingsgedachten had. De zelfdodingsgedachten onder de transgender-gemeenschap waren nog veel hoger, namelijk 27,8%.

Daarnaast blijkt dat er onder de LGBTQI-gemeenschap vaak ernstige en langdurige depressie voorkomt. Deze psychische toestand hangt samen met identiteitsvragen, zelfbeeld, stigma, interpersoonlijke problemen, weinig steun van familie, isolatie, eenzaamheid, lichaamsbeeld en hormoonbehandelingen bij transgenders. Homo-en biseksuele jongeren toonden vaker suïcidegedachten en deden vaker suïcidepogingen. De kans op een suïcidepoging bij heterojongeren is 1,5% tegenover 14,5% bij bi-en homoseksuele jongeren.

Deze suïcidecijfers eisen dringende acties om jonge levens en menselijk leed te besparen, maar ook om al het beschikbare menselijke potentieel te behouden voor de ontwikkeling van Suriname. Het is daarom zeer betreurenswaardig dat van de eenenvijftig volksvertegenwoordigers slechts twee zich hebben beijverd voor een LGBTQI-inclusief Burgerlijk Wetboek. De overige volksvertegenwoordigers hebben demonstratief de erkenning en bescherming van LGBTQI-personen doodgezwegen of geweigerd. Met de beschikbare informatie is niets gedaan. 

LGBTQI-personen, hun omgeving en de totale Surinaamse samenleving verdienen deze behandeling niet. Ook LGBTQI-personen moeten het vrije genot kunnen hebben van de hen toekomende burgerlijke rechten. Hopelijk zal de Surinaamse wetgever het herziene Burgerlijk Wetboek zeer gauw alsnog wijzigen naar een inclusief wetboek.
Milton A.CastelenConsultant ‘Stand With Us Programma’Het Stand With Us Programma uitgevoerd door Projekta en PAREA, draagt bij aan een LGBTQI-inclusief Suriname en wordt ondersteund door de Europese Unie.