IMF optimistisch over succesvolle afronding herstelprogramma Suriname

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) kijkt met vertrouwen naar de afronding van de Extended Fund Facility (EFF) met Suriname. Dit optimisme werd uitgesproken door Anastasia Guscina, de leider van de IMF-delegatie die de afgelopen dagen in Suriname was voor de achtste evaluatie van het herstelprogramma.
Guscina gaf vandaag tijdens een persconferentie bij het ministerie van Financiën en Planning aan dat het IMF positief vooruitblikt op de negende en tevens laatste evaluatie, die voor maart volgend jaar gepland staat. Als dit herstelprogramma over vier maanden wordt afgerond, zal Suriname voor het eerst in de geschiedenis een IMF-programma volledig hebben doorlopen.
Tijdens hun verblijf voerden de delegatieleden gesprekken met een brede groep belanghebbenden, variërend van rijstboeren uit Nickerie tot vrouwelijke leiders, om obstakels voor economische groei in kaart te brengen en oplossingen te bespreken. Guscina sprak van constructieve gesprekken met verschillende ministeries en een vruchtbare dialoog met het parlement over het creëren van duurzame welvaart.
Ze uitte haar tevredenheid over de geboekte vooruitgang en merkte op dat de macro-economische situatie verbeterd is, terwijl de overheid belangrijke monetaire doelstellingen behaalt. Ze benadrukte het belang van het bereiken van kwetsbare groepen die extra steun nodig hebben vanuit het sociaal programma.
André Roncaglia, IMF Executive Director en pleitbezorger van Suriname binnen het IMF, erkende dat er nog uitdagingen zijn, maar hij sprak zijn waardering uit voor de vooruitgang die Suriname heeft geboekt. Volgens Roncaglia zijn er significante stappen gezet: de inflatie is aanzienlijk afgenomen, de economie groeit, de staatsschuld daalt, en de fiscale balans verbetert. Deze ontwikkelingen hebben bijgedragen aan het verlagen van de druk op de overheidsuitgaven en geven de overheid en het bedrijfsleven meer ruimte om te investeren en banen te creëren.
Roncaglia riep de Surinaamse samenleving op om gezamenlijk voort te bouwen op deze vooruitgang. “De vruchten van dit herstelprogramma zullen zichtbaar worden, maar het is belangrijk om het huidige pad te blijven volgen,” aldus Roncaglia.