IJdele hoop

SERIEUS!? / Ivan Cairo

Ik had zo gehoopt dat we, met de wisseling van de regering, de woorden ‘vorige regering’ achter ons zouden laten. IJdele hoop. Met de begrotingsbehandeling die dinsdag is begonnen, lijkt de huidige coalitie de baton gewoon te hebben overgenomen: in één adem gaat het door met ‘de vorige regering’, aangevuld met verwijten en halve triomfen. De Nationale Assemblee, toch het huis van de volksvertegenwoordiging, verandert elke begrotingsronde in een herdenkingsdienst voor oud zeer.

Natuurlijk hoort verantwoording bij politiek. Maar verantwoording is iets anders dan verrekentijd. Wie elke alinea begint met schuldtoewijzing, eindigt onvermijdelijk met te weinig oplossingen. Een begroting is geen memoires, maar een spreadsheet van keuzes: waar snijden we, waar investeren we, hoe beschermen we de meest kwetsbaren? Het volk betaalt geen kaartje voor een blame-game, maar voor beleid dat werkt.

Het lijkt haast genetisch, die neiging om terug te wijzen. Surinaamse politici spreken vaker over wat hun tegenstanders níét deden, dan over wat zij wél gaan doen. Alsof oppositie en coalitie samen in een estafette lopen waarin de baton niet het beleid is, maar het gelijk. Wie de geschiedenis wil schrijven, moet eerst bereid zijn de toekomst te begroten.

Stel je voor dat we het ritueel omkeren. Iedere spreker krijgt twee minuten voor ‘waarom het misging’. Daarna is het verplicht: drie concrete voorstellen, met prijskaartje, tijdpad en meetpunt. Geen slogans, wél cijfers. Een minister of parlementariër die zegt ‘de vorige regering’ zonder daarna ‘dus doen we nu X, Y en Z, te zeggen, verliest spreektijd. Dat zou pas een cultuurverandering zijn.

Want de problemen wachten niet op retoriek. De prijzen stijgen nu. De ziekenhuizen kraken nu. Jongeren vertrekken nu. Elke verwijtzin zonder vervolg is een gemiste kans op verlichting van echte pijn. Politiek is geen talkshow; het is een ambacht. En ambacht begint met meten, plannen, uitvoeren.

Laat dit dus de laatste begroting zijn waarin ‘vorige regering’ de hoofdrol speelt. Noem het als voetnoot, prima; maar schrijf de hoofdstukken over oplossingen. De bevolking zit niet op theater te wachten. Ze wacht op daden die voelbaar zijn in de portemonnee, het klaslokaal en de wachtkamer. De baton hoort bij beleid, niet bij beschuldiging.

En voor wie toch nostalgisch is naar het oude refrein: bewaar het voor de campagne. In de zaal waar de cijfers op tafel liggen, tellen alleen argumenten die iets opleveren. Wie dat begrijpt, wint geen debatavond, maar vertrouwen. En dát is politieke valuta.

ivancairo@yahoo.com