IDB wijst op contractbreuk Suriname bij uitvoering vonnis Van ‘t Hogerhuysstraat-kwestie

door

Financiering project mogelijk in gevaar

Tekst Wilfred Leeuwin

PARAMARIBO – Suriname pleegt contractbreuk als ervoor wordt gekozen uitvoering te geven aan het vonnis van de kortgedingrechter in de kwestie rond het infrastructurele project aan de Van ’t Hogerhuysstraat. De financiering van het project zou hierdoor in gevaar kunnen komen. De rechter besliste dat de gunning van het project aan Kuldipsing Infra NV moet worden ingetrokken en dat het project opnieuw moet worden aanbesteed.

IDB wijst op strikte voorwaarden

Volgens de IDB is de financiering van US 23 miljoen dollar voor het project, evenals de gunning aan Kuldipsing, vastgelegd onder strikte voorwaarden in de leenovereenkomst tussen Suriname en de bank. Elke wijziging zou alleen mogelijk zijn met schriftelijke toestemming van de IDB. Een eenzijdige wijziging, zoals het uitvoeren van het vonnis van de rechter, is in strijd met het beleid van deze internationale financieringsinstelling.

Afspraken in voortraject

De IDB geeft aan dat zij begrip heeft voor de huidige situatie na de rechterlijke uitspraak, maar kan niet anders dan wijzen op de gemaakte afspraken. In het voortraject zijn er duidelijke schriftelijke afspraken gemaakt over de financiering en over hoe de gunning van het project moest plaatsvinden.

Rechter grijpt in na klacht Baitali

De rechter stopte in april van dit jaar, op aangeven van het bedrijf Baitali, het project om een gerechtelijk onderzoek te doen naar de rechtmatigheid van het aanbestedingsproces en de uiteindelijke gunning aan Kuldipsing Infra NV. Baitali, dat als laagste inschrijver had meegedaan aan de aanbesteding, werd uitgesloten. In haar vonnis besloot de rechter dat Baitali onterecht was afgewezen. De beslissing luidde dan ook dat de staat de gunning aan Kuldipsing moest intrekken en Baitali opnieuw de gelegenheid moest geven mee te dingen in een nieuwe aanbestedingsronde.

Koerswijziging na machtswisseling

In eerste instantie tekende het ministerie van Openbare Werken nog vóór de machtsovername door de regering-Jennifer Simons hoger beroep aan tegen het vonnis. Na de regeringswisseling werd echter besloten dit hoger beroep in te trekken. Deze intrekking werd voorbereid door minister André Misiekaba, die na de machtsovername waarnam als minister totdat Stephen Tsang werd aangesteld. De intrekking van het hoger beroep opent de deur voor een nieuwe aanbesteding, waarbij Baitali, dat zelfs heeft aangeboden een gedeelte van de weg op eigen kosten te herstellen, goede vooruitzichten heeft.

Politieke discussie laait op

Volgens bronnen binnen de regering heeft deze ontwikkeling geleid tot felle politieke discussies. Zowel Kuldipsing als Baitali voerden een intensieve lobby voor de voortgang van het project nadat het vonnis was uitgesproken. Juristen wijzen er echter op dat juridische correctheid hand in hand moet gaan met de naleving van internationale verplichtingen.-.