HvJ kan VLS niet vóór dinsdag rechtsingang geven voor hoger beroep

door

Advocaat van VLS, Eunice Fernand.

Het Hof van Justitie (HvJ) is niet in staat om vóór dinsdag 22 april een aanvang te maken met de hogerberoepszaak van de Volkspartij Leefbaar Suriname (VLS). Op die dag begint het ministerie van Binnenlandse Zaken met het drukken van de stembiljetten voor de verkiezingen. Directeur Nasier Eskak had het Hof verzocht om, indien mogelijk, uiterlijk maandag 21 april alle rechtszaken af te handelen waarbij politieke partijen procederen tegen de president, het Centraal Hoofdstembureau en de hoofdstembureaus in de verschillende districten, in verband met het schrappen van kandidaten voor DNA, de ressort- en districtsraden.Rechter Dinesh Sewratan heeft VLS-advocaat Eunice Fernand zondag meegedeeld dat de omstandigheden bij het HvJ het niet toelaten om de behandeling van de hogerberoepszaak tijdens het paasweekend te laten plaatsvinden. Indien de uitspraak in het nadeel van VLS uitvalt, heeft dit geen verdere gevolgen. Mocht de partij echter in het gelijk worden gesteld, dan betekent dit – afhankelijk van de inhoud van de uitspraak – dat kandidaten van VLS alsnog op de verzamellijsten en stembiljetten moeten worden geplaatst.Sewratan gaf aan dat er binnen het drukproces voorzieningen kunnen worden getroffen om in dat geval alsnog de namen van VLS-kandidaten toe te voegen aan de verzamellijsten en het stembiljet. Het drukken van de stembiljetten vindt namelijk niet alleen op dinsdag plaats, maar wordt over meerdere dagen verspreid. In totaal zullen er 900.000 stembiljetten gedrukt worden: 450.000 voor de ressortraden en 450.000 voor De Nationale Assemblee. In het geval van VLS betreft het uitsluitend zaken over geschrapte kandidaten en ongeldig verklaarde kandidatenlijsten op het niveau van de ressorts- en districtsraden. Zowel bij de kortgedingzaken als bij het hoger beroep is er de afgelopen dagen sprake van grote werkdruk voor de twee kortgedingrechters, Clayton Wallerlei en Suzanne Shu. Wanneer een politieke partij besluit om na een afwijzing in eerste aanleg in hoger beroep te gaan, verschuift de druk naar de hofkamer die belast is met de behandeling van hoger beroep. Deze kamer bestaat uit de rechters Sewratan (kamerpresident), Alida Johanns en Siegline Wijnhard.