Hoopvolle toekomst sport

DE NAAM VAN het eertijds bestaande ministerie van Sport- en Jeugdzaken is door de regering-Geerlings-Simons veranderd in ministerie van Jeugdontwikkeling en Sport. De nieuwe naam weerspiegelt niet alleen een administratieve wijziging, maar markeert een beleidsmatig keerpunt: de keuze voor een integrale, duurzame en inclusieve aanpak van jeugd- en sportontwikkeling in Suriname.

Na jaren van stiefmoederlijke behandeling lijkt het erop dat jeugdontwikkeling en sport een prominente plek krijgen in het beleid. Het doet goed te merken dat de tot nu toegepaste aanpak – de krant spreekt bewust niet van beleid – volledig wordt omgegooid en dat daadwerkelijk aandacht zal worden gegeven aan ontwikkeling van sporttalent en ondersteuning van de sport in het algemeen.

De voornemens van het ministerie van Jeugdontwikkeling en Sport zijn veelbelovend, maar de hamvraag is hoe dit allemaal zal worden betaald gezien de slechte financiële situatie van het land

Het ministerie zet in op gerichte ondersteuning, waarbij vrijetijdsbesteding, sport, educatie, weerbaarheid en participatie samenvloeien in een samenhangend jeugdbeleid. Het heeft als speerpunten talentontwikkeling en topsport, toegankelijke recreatieve sportprogramma’s, verbinding van sport en onderwijs en jeugdparticipatie en economische kansen.

De nieuwe aanpak voor sport- en jeugdontwikkeling, zoals minister Lalinie Gopal voor ogen heeft, schept vertrouwen. Vertrouwen dat het beleid dat nu wordt ontwikkeld, geen papierentijger wordt, maar dat de sport en jeugdontwikkeling daadwerkelijk wordt aangepakt.

Sport is veel meer dan competitie en moet ook worden gezien als katalysator voor fysieke gezondheid, mentale weerbaarheid, sociale cohesie en gedragsontwikkeling. Het ministerie zegt daarom te kiezen voor structurele investeringen in lokale sportverenigingen en sportleiders, naschoolse sportprogramma’s, infrastructuur van buurtsportpleinen tot topsportaccommodaties.

Binnenkort presenteert het ministerie het nationale actieplan Sport & Jeugd, waarin het sportbeleid per doelgroep wordt uitgewerkt; van jonge kinderen tot elite-atleten. Coaches, gymleraren en sportleiders zullen ook optreden als begeleiders en rolmodellen in jeugdtrajecten.

De voornemens van het ministerie van Jeugdontwikkeling en Sport zijn veelbelovend, maar de hamvraag is hoe dit allemaal zal worden betaald gezien de slechte financiële situatie van het land. De aanpak van de jarenlange verwaarlozing van sport en jeugdontwikkeling kan niet wachten totdat de oliedollars in 2028 zullen binnenstromen. Er moet voor sport niet een bedrag op de begroting worden opgebracht dat nauwelijks toereikend is om het personeel te betalen, maar een bedrag waarvan in de praktijk blijkt dat het ertoe doet.

Over menskracht hoeft het ministerie zich geen zorgen te maken. Iedereen die sport en jeugdontwikkeling een warm hart toedraagt zal een beleid, zoals voorlopig uitgestippeld, moeten willen ondersteunen. Laat de oproep van het ministerie aan bedrijven, onderwijsinstellingen, sportbonden, maatschappelijke organisaties en topsporters niet zijn aan dovemansoren, maar houdt in gedachten dat ‘we investeren in onze jeugd én sport omdat we geloven in hun potentieel en omdat Suriname hen nú nodig heeft’. Er wordt bewust gekozen voor inclusie: ieder kind en iedere jongere – ongeacht woonplaats, achtergrond of beperking – moet toegang hebben tot begeleiding, participatie en ontplooiing.

Het ministerie zet in op veel meer dan sport, zoals het stimuleren van jong ondernemerschap, met bijzondere aandacht voor kansen binnen de sportsector. Daarbij kan men onder meer denken aan sportondernemers: trainers, eventplanners, sportinstructeurs, educatie- en coachingtrajecten. Het ministerie van Jeugdontwikkeling en Sport lijkt een vliegende start te (willen) maken, maar het moet niet bij woorden blijven, maar ook in de praktijk blijken.

...