DE SNIJD / Armand Snijders
Ik ontkom er niet aan om na de dood van Desi wat herinneringen met u te delen, al begrijp ik het volledig als u niets meer over hem wilt of kunt horen. Want alles wat er over hem te zeggen viel, is in de afgelopen ruim veertig jaar al gedaan en sinds zijn overlijden tot vervelens toe en nog vele malen herhaald.
Sinds mijn komst naar Suriname in 1993 liep hij als een rode draad door mijn (journalistieke) leven, of ik nou wilde of niet. In de eerste vijftien jaar kruisten onze wegen elkaar regelmatig. Vooral op persconferenties en partijbijeenkomsten en af en toe bij persoonlijke ontmoetingen.
“Dood is dood en de enige zekerheid die Surinamers hebben, is dat hij dat tot in de eeuwigheid zal blijven”
Ik heb in die periode vaak geroepen ‘als Desi doodgaat, kan ik mijn biezen wel pakken en terugkeren naar Nederland’. Het was wat overdreven, maar feit was dat hij toen vooral nog hot was in met name de Nederlandse media. Elke scheet die hij bij wijze van spreken liet, werd breeduit uitgemeten.
Ik heb voor vele media gewerkt, zowel kranten, radio als televisie en ze wilden allemaal hetzelfde: Bouterse, het liefst in combinatie met de Decembermoorden en een vleugje cocaïne. Hij bracht in die tijd indirect bij menig journalist/correspondent heel wat geld in het laatje.
Hij was een man die al snel, toen ik hem in de jaren negentig leerde kennen, gemengde gevoelens bij mij opriep. Zoals dat bij heel veel mensen het geval was. Aan de ene kant had je de verschrikkelijke Decembermoorden en andere mensenrechtenschendingen waarvoor hij verantwoordelijk was. Maar tegelijkertijd had je zijn innemende karakter en de bijna vaderlijke wijze waarop hij zijn aanhang behandelde.
Tijdens de eerste persconferenties die ik met hem meemaakte, kwam hij overtuigend en gedecideerd over en sprak hij met een bepaalde zelfverzekerdheid die mij zelfs een beetje angst in boezemde. “Zo meneerrr Snijders, uw vraag over de heerrr Derby…”, zei hij ooit op zeer indringende toon tegen mij. Als relatief jong broekie maakte dat in het begin best wel enige indruk op mij. Maar om nou te zeggen dat ik hem ooit heb gevreesd, zoals Nederlandse collega’s vonden dat ik dat moest: nee nooit!
Jaren later leerde ik hem beter kennen. Ik ontmoette hem regelmatig in zijn stamkroeg, de Milan Bar aan de Kwattaweg tussen de Derde en Vierde Rijweg. Ik kende de eigenaar die mij belde als Desi kwam. Ik greep die kansen aan om aan de bar, onder het genot van een Blue Label en wat wildvlees, te proberen een exclusief interview met hem te krijgen.
Na vele barbezoeken en heel veel shots hapte hij uiteindelijk toe en mocht ik in Ocer opdraven. Het werd een gedenkwaardig interview en dat was volgens mij het laatste dat hij ooit zo ontspannen heeft gegeven. Twee uur lang heb ik hem alles kunnen vragen (van de Decembermoorden tot zijn privéleven) zonder dat er ook maar één voorlichter of partijgenoot in de buurt was om zaken af te zwakken. Desi vertelde er lustig op los. Of het allemaal waar was wat hij vertelde, deed er eigenlijk niet zoveel toe. Het interview verkocht als een tierelier in Nederland!
Ik was natuurlijk apetrots op mezelf dat ik hem had weten te strikken en vond het vooral een journalistieke verdienste. Toen mijn familie, vrienden en collega’s in Nederland hoorden dat ik ‘een moordenaar de hand had kunnen geven’ en hem had geïnterviewd, begreep ik eens te meer welke emoties hij nog altijd losmaakte. Mijn argument dat het gewoon mijn werk was, kon hen niet echt overtuigen.
Het was hypocrisie ten top. Maar dat had natuurlijk alles te maken met het feit dat Nederlanders, gezien het verleden veel meer een – al dan niet emotionele – band met Suriname hebben. Als ik bijvoorbeeld nu de Israëlische premier Benjamin Netanyahu zou interviewen, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de genocide onder Palestijnen, zou iedereen mij waarschijnlijk een schouderklopje geven. Want hij is geen Desi en wat zich in het Midden-Oosten voltrekt, is bovendien een echte ver-van-mijn-bed-show.
In de jaren die na het interview volgden, ebde het contact langzaam weg en nam de aandacht voor hem in Nederland ook zienderogen af. Mijn werkterrein schoof zich ondertussen steeds meer richting de Surinaamse media, waar ik mij als meer dan een vis in het water voel. Desi werd president en werd een ‘gewoon’ onderdeel van mijn werk.
In september 2014 kreeg ik namens Desi bij Parbode met een collega via via 250.000 US dollar en een perceel van duizend hectare aangeboden als we ervoor zorgden dat een interview met Badresein Sital – waarin hij de NDP en diens voorzitter …
- Nederland draagt 5 miljoen euro bij aan Surinaams Productie…..
- Kabinet van de President biedt Huize Ashiana verdere onders…..
- Eerste persoon besmet met vogelgriep in Louisiana overleden..
- De Surinaamse Effectenbeurs (2)..
- Vrienden van Suriname laden eerste container met hulpgoeder…..
- President Santokhi opent nieuwe waterinstallatie in Pelelu …..
- Moni Karta blijft groot probleem..
- Strenge veiligheid bij gebouwen voorbereiding verkiezingen..
- 𝙆𝙤𝙧𝙥𝙨𝙘𝙝𝙚𝙛 𝙄𝙨𝙖𝙖𝙘…..
- KPS: ‘Veiligheid verkiezingslocaties wordt sterk opgevoer…..
- Gajadien: “Alleen VHP heeft ontwikkeling kunnen brengen…..
- Huize Ashiana krijgt rijst van president..
- PL houdt intake van aspirant kandidaten verkiezingen..
- Pelelu Tepu neemt nieuwe drinkwaterinstallatie en distribut…..
- PL hoeft geen onderministers meer..
- Santokhi belooft jongeren Nickerie moderne IT- trainingscen…..
- Vandaag overwegend bewolkt..
- Volksgezondheid loopt langzaam miljoenenschuld in..
- Meteodienst: Mogelijk lichte buien in delen binnenland..
- Indiase journalisten protesteren na moord op collega..
- Celeste Mariane Richaards (64) Amsterdam 5-1-2025..