Herdenkingscomité Slavernijverleden in Nederland opgericht

DEN HAAG — Het Nederlandse kabinet heeft de stichting Herdenkingscomité Slavernijverleden opgericht. Daarmee is een belangrijke stap gezet in de uitvoering van afspraken over het slavernijverleden. Dat heeft minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens haar collega’s van Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, geschreven in een brief aan de Tweede Kamer. Onder anderen de ook in Suriname niet onbekende Lilian Callender maakt deel uit van het comité, dat een centrale rol krijgt in de herdenking en bij moet dragen aan de maatschappelijke bewustwording over dit verleden. De andere leden zijn Astrid Elburg, Clara Reyes, Raimie Richardson, Nolly Oleana, Dimetri Whitfield en Shamil Ortega.

Het comité organiseert voortaan de nationale herdenking slavernijverleden op 1 juli in Amsterdam en werkt daarbij samen met het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee). Als onafhankelijke stichting zonder politieke sturing zal het comité ook de dialoog over het slavernijverleden bevorderen en projecten ondersteunen die bijdragen aan onderzoek en bewustwording.

“Het comité zal ook de dialoog over het slavernijverleden bevorderen en projecten ondersteunen die bijdragen aan onderzoek en bewustwording”

De oprichting maakt deel uit van een breder pakket aan maatregelen die zijn toegelicht in een voortgangsbrief aan de Tweede Kamer. Hierin wordt ook ingegaan op subsidieregelingen voor maatschappelijke initiatieven en de voortgang van trajecten in het Caribisch deel van het koninkrijk en Suriname.

Voor onderzoek wordt bijvoorbeeld de komende jaren zo’n drie miljoen euro beschikbaar gesteld. Nederland heeft eind 2023 bij het aanbieden van de excuses beloofd tweehonderd miljoen euro uit te trekken voor uiteenlopende initiatieven die te maken hebben met het slavernijverleden.