Handelssancties VS tegen Surinaamse bedrijven geen regeringszaak

door Ivan Cairo
PARAMARIBO — De Surinaamse bedrijven die getroffen zijn door sancties van de Verenigde Staten (VS) omdat ze de internationale oliehandel van Iran faciliteren, zullen hun recht in de VS moeten zoeken. Dit is geen vraagstuk van de regering, stelt minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking op vragen van de Ware Tijd.

Hoewel het geen zaak van de regering is, zijn de autoriteiten toch bezig met het verzamelen van informatie omtrent deze kwestie. Inmiddels is al bevestigd dat de getroffen naamloze vennootschappen – Strong Roots Provider, Glazing Future Management en Engen Management – in Suriname geregistreerd zijn.

“Als door die sancties bepaalde bedrijven aangetast worden in hun operaties, dan zullen zij hun recht moeten zoeken in Amerika en daar hun beklag moeten doen”
Bibis-minister Albert Ramdin
De strafmaatregelen tegen deze drie bedrijven zijn door het Amerikaanse ministerie van Financiën getroffen, omdat zij als commercieel manager optreden voor ondernemingen die met olietankers Iraanse olie- en olieproducten verschepen. De Amerikaanse regering heeft vrijdag de nieuwe sancties aangekondigd tegen de Iraanse oliesector als reactie op de raketaanval van Iran op Israël op 1 oktober. Ook tegen bedrijven in India, Maleisië en Hongkong die naar verluidt de verkoop en het transport van aardolie en aardolieproducten uit Iran helpen faciliteren, zijn sancties getroffen.
Geen standpunt
Over de sancties zelf die tegen Iran zijn getroffen maar ook Surinaamse bedrijven treffen neemt de Surinaamse regering geen standpunt in, omdat het een aangelegenheid is van de Amerikaanse regering, stelt Ramdin. “Als door die sancties bepaalde bedrijven aangetast worden in hun operaties, dan zullen zij hun recht moeten zoeken in Amerika en daar hun beklag moeten doen”, aldus de bewindsman.
Hij merkt op dat de situatie in het Midden-Oosten een zeer complex probleem is dat nu aan het escaleren is. Paramaribo is voorstander van een vreedzame oplossing en pleit voor een staakt-het-vuren tussen de partijen “om een diplomatiek proces van vrede te kunnen realiseren”. Ramdin stelt dat de regering niet kijkt naar de politieke kant van het conflict, maar zich focust op de humanitaire aspecten. Paramaribo heeft daarom geen standpunt over de recente handelssancties tegen Iran.
Informatie verzamelen
Tot nu toe heeft geen van de drie bedrijven de autoriteiten benaderd of geïnformeerd over de gevolgen van de sancties. De regering zoekt wel uit wat de status is van Strong Roots Provider, Glazing Future Management en Engen Management en welke handelsactiviteiten ze ontplooien. Vooralsnog is gebleken dat zij zich bezig houden met zeetransport middels “schepen die niet op Suriname varen” en internationaal zaken doen. “Wij willen precies weten wat voor goederen worden verscheept, naar welke landen ze gaan en van waar ze komen. Die informatie hebben wij nog niet”, stelt de minister. Hij voegt eraan toe dat samengewerkt wordt met de Amerikaanse autoriteiten om zoveel als mogelijk informatie over deze kwestie te verzamelen.
De vrijdag afgekondigde sancties zijn volgens de Amerikaanse minister van Financiën, Janet Yellen, gericht op Iraanse pogingen om inkomsten uit zijn energiesector te kanaliseren teneinde dodelijke en ontwrichtende activiteiten te financieren. Hieronder vallen de ontwikkeling van zijn nucleaire programma, verspreiding van ballistische raketten en onbemande luchtvaartuigen. Maar ook steun aan regionale terroristische proxy’s, met gevaarlijke gevolgen voor de regio en de wereld. “De VS zal niet aarzelen verdere maatregelen te nemen om Iran ter verantwoording te roepen”, aldus Yellen.