Groene Ontwikkelingsstrategie overstijgt regeertermijnen

door

Tekst en beeld Edwien Bodjie

PARAMARIBO — “Het is Valentijnsdag, maar ga geen cadeau kopen, het kost te veel. Wat u moet doen, is liefde geven aan het milieu en de natuur. Dan ontvangt u ook liefde van de natuur, want het is de natuur die ons zuurstof en bescherming geeft.” Met deze woorden begon president Chandrikapersad Santokhi vrijdag zijn toespraak tijdens de lancering van de Groene Ontwikkelingsstrategie (Green Development Strategy/GDS) in Assuria High-Rise.

De GDS is een essentieel initiatief dat duurzame ontwikkeling en het welzijn van alle Surinamers moet bevorderen door het verantwoord benutten en beschermen van de natuurlijke rijkdommen van het land. Dit initiatief valt onder het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) en vormt de basis voor Surinames economische groei en ontwikkeling in de komende 25 jaar. Een belangrijke voorwaarde is dat het land, ondanks economische groei, zijn status als ‘carbon negatief’ behoudt door het beschermen van de bossen.

“We zijn blij dat de visie er is, maar nu moeten we overgaan tot actie”Monique Pool

Wettelijke verankering

Nu de GDS is afgerond, moet er een wet komen om deze strategie wettelijk te verankeren. Het voorstel zal worden ingediend bij De Nationale Assemblee (DNA), zodat de wet kan worden aangenomen en vervolgens geïmplementeerd.

Monique Pool, die namens Green Heritage Fund Suriname en het burgerinitiatief Bini was betrokken bij de totstandkoming van de GDS, benadrukte vrijdag na afloop het belang van implementatie. “We zijn blij dat de visie er is, maar nu moeten we overgaan tot actie. Anders blijft het een rapport zonder daadwerkelijke uitvoering”, waarschuwde ze. Pool vergeleek de huidige situatie met een wedstrijd: “We staan midden in de wedstrijd. Nu is het tijd om door te pakken.”

Santokhi benadrukte dat de GDS een langetermijnstrategie is die veel betrokkenheid vereist van de samenleving, politieke partijen en maatschappelijke organisaties. “Anders gaat het niet werken”, stelde hij.

Het staatshoofd benadrukte dat de GDS een regeertermijn overstijgende strategie is en een plan vormt voor de komende vijf regeringsperiodes. Daarom roept hij politieke partijen op om de GDS op te nemen in hun verkiezings- en regeerprogramma’s.

Volgens de president is het essentieel om als land bewuste keuzes te maken. Hij wees erop dat er nu studierichtingen zijn voor olie en gas, maar vroeg zich af waar de studies voor GDS en Carbon Credit blijven. “Ik doe een beroep op de minister van Onderwijs om deze studies te introduceren. Anders laten we deze sectoren over aan buitenlandse partijen”, waarschuwde hij.

Klimaatfinanciering

Het staatshoofd stond ook stil bij de gevolgen van klimaatverandering, die steeds duidelijker zichtbaar worden in Suriname. “Boten kunnen niet varen, dorpen zijn geïsoleerd. Dijken breken door bij Weg naar Zee, er is wateroverlast in verschillende gebieden en rijstboeren in Nickerie hebben het zwaar. Als regering helpen we de getroffen mensen, maar waar komt dat geld vandaan? Uit welke begroting? Wie betaalt ervoor? Hoe moeten we hen subsidiëren?” vroeg hij retorisch.

De president riep de internationale gemeenschap op om met oplossingen te komen en landen als Suriname financieel tegemoet te komen. “We zijn een klein land, maar door onze bossen te behouden, profiteren we allemaal. Klimaatfinanciering moet op tafel komen.”

Verstandig en voorzichtig

ROM-minister Marciano Dasai onderstreepte de unieke kans die zich nu voordoet voor Suriname. “De ontdekking van olie en gas biedt de mogelijkheid om onze economie te hervormen en een nieuw tijdperk van welvaart in te luiden. Maar we moeten oppassen dat we niet afhankelijk worden van één sector en in de valkuil van de ‘Dutch Disease’ belanden”, waarschuwde hij.

De bewindsman zei dat het land gezegend is met een overvloed aan natuurlijke rijkdommen, waaronder een vruchtbare bodem, goud, bauxiet, vis en hout. Maar het moet verstandig omgaan met deze hulpbronnen. “In het verleden en zelfs nu hebben we te vaak gekeken naar individuele winsten zonder rekening te houden met de impact op het milieu en toekomstige generaties”, aldus Dasai.

Dasai vertelde dat de GDS verschillende pijlers kent, waarvan goed bestuur één van de belangrijkste is. “Het huidige bruto binnenlands product per persoon per jaar is vijfduizend US dollar, maar we kunnen dat laten groeien naar vijftigduizend US dollar in 2050. Tegelijkertijd moeten we het land groen houden.”

De GDS is in achttien maanden opgesteld, in samenwerking met tientallen nationale en internationale organisaties. Het document, dat honderden pagina’s telt, is online beschikbaar. Daarnaast is een video uitgebracht met de belangrijkste kernpunten.

Een deel van de aanwezigen met onder anderen Rudi van Kanten van Tropenbos Suriname en Monique Pool van Green Heritage Fund Suriname op de tweede rij.